Molen Grutterij De Roode Molen op de Binnenwatersloot, Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Grutterij De Roode Molen op de Binnenwatersloot
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17981
oude dbnr.
Meest recente aanpassing
| Nieuw opgenomen molen

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
Binnenwatersloot 3 / Westvest 3, hoek Smitsteeg
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
kadastrale aanduiding 1811-1832
Kadastrale aanduiding: Delft D-492 (winkel), D-493 (grutterij), D-486 (schuur); eigenaar Daniel Overvoorde, grutter (en niet Daniel Overvoorde, broodbakker, zoals het kadaster abusievelijk vermeld)
geo positie
X: 84220, Y: 447294
N: 52.00949, O: 4.35626

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Op 1 januari 1616 verkopen de erfgenamen van Louweris Martens een huis en erve staande op de Binnenwatersloot in Delft voor 3000 gulden aan Robbrecht Pieters van Schilperoort.
Robbrecht overlijdt een jaar later in 1617 en zijn weduwe verkoopt "de Roode Molen" aan de zuidzijde van de Binnenwatersloot aan Frans van Leeuwen. In datzelfde jaar verkoopt Joris Cornelis de Jonge een "achterhuijs staende op de Binnenwatersloot mette opstal" voor de somma van 525 gulden aan Frans van Leeuwen; het begin van een bedrijfscomplex.

01-01-1619: Frans van Leeuwen verkoopt een huis en erve staande op de Binnenwatersloot aan Claes Pieters van Ruijven voor de som van 4000 gulden.
Claes van Ruijven verkoopt een huis en erve genaamd "De Roo molen", inclusief de grutterij op de Binnenwatersloot aan Jan Jansz Nachtegael op 1 januari 1634.
Jan Jansz Nachtegael, gorter, jongman, op de Buijtenwatersloot was op 26 juli 1626 getrouwd in Delft met Annetge Willems, jongedogter, in den Wijnstraat.
Op 26 september 1628 werd Jan Jansz Nachtegael, afkomstig uit Breda, ingeschreven als poorter te Delft. Jan Jansz Nachtegael, gorter op de Binnenwatersloot, werd begraven op 19 maart 1650.
Op 23 januari 1657 trouwen Pieter Jacobz Ouwerschie en Annitgen Daemen van Berckel
Hij leent op 4 mei 1658 geld van Jacob Jansz Overschie (zijn vader) en Daem Rochusz van Berckel (schoonvader en hoefsmid op de Binnenwatersloot) voor de aankoop van de grutmolen. Anna Damen van Berckel overlijdt in 1671 en Pieter hertrouwt op 21 oktober 1673 met de weduwe Elisabeth van Meijns. Uit dit huwelijk wordt in 1676 Johannes Overschie geboren.
13-10-1691: Op 13 oktober 1691 maakt Pieter Overschie zijn testament op. Hij is een grutter, wonende aan de zuidzijde van de Binnenwatersloot, en de nalatenschap betreft een huis, erf, grutterij en schuur. Na zijn overlijden in 1697 wordt zijn zoon Johannes de nieuwe eigenaar.
Johannes Overschie trouwt in 1704 met Adriana Baersenburch, jongedochter tot Nootdorp.
Op 29 april 1742 maakt het echtpaar hun testament op. Hij is "siek en bedleegerig, dog haar verstant en memorij wel magtig, soo ons openlijk scheen en bleek, en men niet anders konde bemerken". Hij overlijdt kort hierna. De weduwe Adriana Baarsenburg zet het bedrijf voort. Volgens een belastingaanslag voor de periode 1749-1751 is zij: slijter, grutten- en meel-verkoper en heeft een meid.

26-07-1757: Op maandag 26 juli 1757 worden "Jan van Bruinswaerd, grutter, met des huijsvrouw Niesje Tallon", geadmitteerd als poorters in Delft.
Hij was geboren in 1722 in Amsterdam. Toen hij in 1747 in Leiden trouwde met de slagersdochter Niesje Tallon, woonde hij "aen de Molen 't Fortuijn bij de Sandsraet in Amsterdam" (doch onlangs gewoond hebbende in Warmond, waar zijn vader woonde).
Zij worden de nieuwe eigenaren van de grutterij aan de Binnenwatersloot.
In 1751 krijgt Jan van Bruijnswaert een vergunning voor de verkoop van zout en zeep.
Jan van Bruijnswaart overleed in 1761. Na zijn dood krijgt Niesje deze vergunning
Niesje Tallon hertrouwde met Martinus van Setten op 16 mei 1762. Hij was in 1729 geboren in Rotterdam en werd ingeschreven als poorter van Delft in 1764.
Niesje overlijdt in 1771, waarna de grutterij in handen komt van Gerrit van der Stok.
Hij was geboren in 1749 in Rotterdam, waar hij in 1770 trouwde met Sara van Eyndhoven.
Op 12 maart 1771 werd hij ingeschreven als poorter van Delft. In 1775 krijgt hij vergunning voor de verkoop van koffie en thee en, in 1777, ook voor de verkoop van zout en zeep.

1783: In 1783 is hij een van de leden van het Delftse gruttersgilde die de Alkmaarse Grutterij uitkoopt. In dat jaar besluit Gerrit een advertentie te plaatsen in de Hollandsche Historische Courant (7 oktober 1783): "UIT de HAND te KOOP: Een Extra Welgeleegen Hegt, Sterk en Neeringryk HUIS, GRUTTERY, PAKHUIS en ERVE waarin, zedert veele Jaaren, de GRUTTERY en andere Negotie met veel Succes is geëxerceerd, en nog wordt gecontinueerd, staande op eenen allerbesten Stand binnen Delft. Adres by Gerrit van der Stok, Grutter te Delft".

In 1788 vertrekt Gerrit van der Stok en zijn gezin naar Amsterdam, waarna zijn zus Elisabeth, getrouwd met Hendrik van Teutem, het gruttersbedrijf overneemt. Zij overlijdt in 1786, waarna Meijndert Uiterweer de nieuwe eigenaar wordt. Hij was geboren in 1764 te Schiedam. In 1788 krijgt hij vergunningen voor de verkoop van koffie, thee, zout en zeep. In 1804 trouwt hij in Delft met Adriana Sonne uit Vlaardingen. In hetzelfde jaar breidt hij zijn bedrijf uit en koopt van Michiel Smits een houten baanhuis aan de westzijde van de Lijnbaan aan de Stadveste voor 320 gulden; 8 gulden belasting
De schuur staat naast de Waterslootpoort (deze poort werd afgebroken in 1867).

1812: Volgens een belastingaanslag van 1822 is hij de eigenaar van een "boekweitengrutmolen" en een winkelier met een effectief debiet van 500 gulden.
In 1824 wordt Nicolaas de Voogd van der Straaten, afkomstig uit Dordrecht, de nieuwe eigenaar. In 1826 verkoopt hij het bedrijf aan Johannes Overvoorde. Johannes was geboren in 1760 in Rijswijk en trouwde in 1798 met Geertruij Kaas uit Delft. Zijn zoon Daniel trouwt in 1829 met Dina Verhaagen, waarna hij het bedrijf van zijn vader overneemt. Uit verscheidene bronnen (belasting, bevolkingsregister) blijkt duidelijk dat de meestergrutter Daniel Overvoorde op het bedrijf op de Binnenwatersloot werkzaam was.
Maar in dezelfde periode was er een tweede Daniel Overvoorde woonachtig in Delft. Hij was broodbakker, getrouwd met Maria Catherina Montadon. Hij woonde op de hoek van de Oude Delft en de Peperstraat (kadastraal pand D-441) op een minuut loopafstand van de grutterij op de Binnenwatersloot.

De winkel van de grutterij was in pand D-492, de grutterij in pand D-493, en de schuur naast de Waterslootpoort in pand D-486. Het kadaster heeft abusievelijk vermeld dat deze panden behoorden aan de broodbakker Daniel Overvoorde.

Informatie van Anton Bom, 02-03-2024