Molen Meestoof De Drie Kwartieren, Krabbendijke

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1793

verdwenen

1882

1849 geen paarden meer 1854 verbeand, 1855 herbouwd 1882 afgebroken

geschiedenis

De meestoof welke in 1793 werd gebouwd was niet de enige, later in 1870 werd een tweede meestoof opgericht welke samen met de andere aanwezige meestoof in 1877 alweer een kwijnend bestaan had. In 1879 werd er dan ook nog maar in een meestoof gewerkt.
In 1882 werd de meestoof de "Drie kwartieren" dan ook voor afbraak verkocht. De tweede meestoof, genaamd de "Drie minuten" bleef over.

Middelburgsche Courant, 18 feb. 1815:
"Publieke Verkooping, op Zaturdag 25 Februarij 1815, des morgens om 9 uren,
Eene Zestiende Portie in de MEESTOOF de drie Quartieren, staande te Krabbendijke."

Middelburgsche Courant, 1 maart 1849:
"PUBLIEKE VERKOOPINGEN ,
ten overstaan van den Notaris Kakebeeke, te Krabbendijke.
Op Maandag den 5 Maart 1849, des morgens om 10 ure, ten verzoeke van K. de Back, als Boekhouder der Meestoof de Drie Kwartieren , voor het Gemeentehuis te KRABBENDIJKE, van zes zeer goede WERKPAARDEN , eenig Hooi, eene Bouw-Gereedschappen en hetgeen alsdan meerder zal worden opgeveild.

De Sheboygan Nieuwsbode, 7 nov. 1854:
"Men schrijft ons uit Goes van den 3 dezer:
"Heden middag, omstreeks 12 ure, ontdekte men brand in de meestoof onder de gemeente Krabbendijke. Niettegenstaande spoedig aangevoerde hulp, kon men den brand geen meester worden en is de stoof totaal afgebrand. Van de bereide en onbereide meekrap is volgens geruchten niets gered. De oorzaak is onbekend; nadere bijzonderheden ontbreken."
De Goessche Ct. berigt omtrent den hierboven vermelden brand der meestoof te Krabbendijke het volgende:
Omstreeks 11 uren in den voormiddag van den 3 dezer ontstond er brand in de meestoof de Drie Kwartieren ie Krabbendijke; naar men gist begon die in de zoogenaamde koude stoof. Slechts weinige uren daarna, was het gebouw met nagenoeg al wat zich daarin bevond in een hoop puin en asch veranderd. Wat men ook met de aanstonds toegesnelde spuit van Krabbendijke en Kruiningen, welke reeds ten 1 ure in volle werking was, ter blussching aanwendde, de hevigheid van den brand maakte alle redding onmogelijk.
Nog gisteren namiddag 2 uren waren de steenkolen en turf, voor de stoof gelegen, nog brandende. Eenige weinige meubelen van den drooger zijn gered, 4 varkens en eenige winter- voorraad aardappelen werden, met eene groote hoeveelheid vaten bereide en onbereide meede, der vlammen prooi.
Men berekent de schade op p.m. ƒ 50.000, waarvan slechts voor 16 à 17 mille geassureerd is in de Bataafsche maatschappij. De meede zelf schijnt niet verzekerd te zijn geweest. De oorzaak is onbekend."

Algemeen Handelsblad, 8 jan. 1855:
"AANBESTEDING.
DIRECTEUREN der afgebrande 'Meestoof de Drie Kwartieren, te Krabbendijke, Provincie Zeeland, zijn voornemens op Donderdag den 18den Januarij 1855, des Namiddags ten Een Ure, in het Gemeentehuis aldaar, Publiek AAN TE BESTEDEN:
1°. DEN HERBOUW van gemelde Meestoof enz.
2°. Het Nieuw Molenwerk met Stamper, Bak en Toebehooren.'
Zullende Donderdag den 11den bevorens, des Morgens ten Elf Ure, de' Aanwijzing in Loco gedaan worden en voorts nadere informatiën op franco aanvrage te bekomen zijn bij den Ingenieur en Architect, de Hr. L. Th. DE LANNÉE DE BETRANCOURT, te Goes, bij wien ook na den dag der aanwijzing, des Zondags uitgezonderd, na Een Ure des Namiddags, inzage der Plans en Inlichtingen te verkrijgen is, alsook dagelijks, mede uitgenomen des Zondags, bij den Heer G. VAN DOORN, Boekhouder van gemelde Meestoof, te Krabbendijke.
Directeuren voornoemd: W. VAN LIERE, Voorzitter, G. VAN DOORN, Boekhouder.