Molen Korenmolen van Voorschoten (2e), Voorschoten

Voorschoten, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Korenmolen van Voorschoten (2e)
modeltype
Wipmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17869
oude dbnr.
V17869
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 17869 Korenmolen van Voorschoten (2e) (Voorschoten)
't Hoogheymraedschap van Rhijnland 1647

locatie

plaats
Voorschoten
plaatsaanduiding
langs de Vliet
gemeente
Voorschoten, Zuid-Holland
streek
Rijnland
geo positie
X: 91222, Y: 459653
N: 52.12141, O: 4.45593

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In 1645 besloten Jacobsz van Egmond en de molenmaker Cornelis Jacobsz van Leeuwen op eigen kosten een nieuwe korenmolen op te richten met gebruikmaking van de stenen van de oude molen aan de Heerweg (Tenbruggencatenummer 08700). Hiertoe werd een stuk grond gekocht langs de Kerksloot en een breder stuk langs de Vliet voor de molenwerf. Zij waren verplicht op eigen kosten een brug te bouwen in de Molenlaan (Kerkpad) over de Vinkesloot waar thans nog een brug ligt.

Voor het windrecht moest de molenaar jaarlijks ƒ 25 betalen aan de Heer van Duivenvoorde, hij betaalde echter geen verponding (grondbelasting). Voor de bewoners en de bakkers van Voorschoten en Veur gold molendwang. De afscheiding van Veur in 1646 schiep de mogelijkheid tot het oprichten van een eigen korenmolen, die ook windrecht op zou brengen. Klaarblijkelijk werd deze mogelijkheid in 1725 dreigend, want toen kocht de Voorschotense molenaar Jan Corpershoek alvast het recht om zo nodig in Veur een molen te bouwen voor een jaarlijks windrecht van ƒ 25. Elders staat dat de molenaar van Voorschoten de bakkers en ingezetenen van Veur zou bedienen en dat hij de granen zou halen en brengen. Hieruit zou men kunnen opmaken dat de molen te Veur niet werd gebouwd.

Over de betaling van de windrechten werd in de Franse tijd geprocedeerd, zonder goed gevolg voor de vm. ambachtsheer. Zo werd gevonden, dat de molenaar van de korenmolen een overzetveer mocht houden en dat hij twee duiten tol mocht heffen van passanten gaande naar, of komende van de trekschuit, die bij de molen een aanlegplaats had.

Bron: onbekend.
-----

Op een polderkaart van Rijnland uit 1746 staat de molen nog in de Zuid-Hoflandpolder getekend als een wipmolen. Dus de oude wipkorenmolen heeft er 94 jaar gestaan.
In 1739 werd Ary Toledo de eigenaar van de molen. Nu we weten dat hiervoor een andere molen type heeft gestaan. We gaan er vanuit dat Ary Toledo de opdrachtgever voor de bouw van de stenen korenmolen was en de naamgever van de molen.
Nico Varkevisser 22 okt. 2020.