Molen De Alkmaarse Grutmolen, Delft

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1726

verdwenen

na 1783

geschiedenis

25-11-1726: Op 25 november 1726 verkoopt Johannes Rotteveel het gruthuis genaamd "de Alkmaarse Gortmolen", aan Cornelis van Loon uit Delfgauw.

 

1732: In 1732 bied Cornelis van Loon de grutmolen te koop aan in een advertentie: "Uyt de hand te koop binnen de Stad Delft, om aenstonds, of op May 1733 te aenvaerden, een hegt, sterk en wel doortimmerd HUYS, ERVE en GRUTTERYE, met nog een HUYS daer nevens aen; zynde de Grutterye voorzien met alle de nodige Gereedschappen tot een welgereguleerde Grutterye behorende, en met een Stal voor 3 Paerden; hebbende ook een vryen uyt- en ingang in een gemeene Poort welke Grutterye die Neering sedert veele jaren met goed succes is gedaen, en nog werd gecontinueerd ; staende aen de Westzyde van de Voorstraet tot Delft, van ouds genaemd DE ALKMAARSCHE GRUTMOLEN. Die nader onderrichtinge begeerd , addresseere zich aen den Eygenaer, in de voornoemde Grutterye".

Pieter Rotteveel koopt de grutmolen op 18 december 1732. 

 

1751: In 1751 arriveert Cornelis Droog, grutter, met zijn vrouw Marie Roskam in Delft. Hij wordt de volgende eigenaar van de grutmolen. Na zijn overlijden in 1767, zet zijn vrouw het bedrijf voort tot 1782.

Hierna wordt de Alkmaarse grutmolen aangeboden in een advertentie. Daniel van Hulst verzoekt de Heren van de Wet om zich als grutter te mogen vestigen, maar hij trekt zijn verzoek in. Hierna krijgen de hoofdlieden van the gruttersgilde toestemming om de Alkmaarse Grutmolen aan de Voorstraat af te breken.

 

07-10-1783: Hollandsche historische courant
Uit de hand te koop: Een Extra Welgeleegen Hegt, Sterk en Neeringryk Huis, Gruttery Pakhuis en Erve, waarin, zedert veele Jaaren, de Gruttery en ander Negotie met veel Succes is geëxerceerd, en nog wordt gecontinueerd, staande op eenen allerbesten stand binnen Delft. Adres by Gerrit van der Stok, Grutter te Delft

06-02-1783: Hollandsche Historische Courant
"Men zal op Donderdag den 6 February 1783, ’s namiddags ten twee uuren, binnen de Stad Delft, publyk Vellen, en op den 13, daaraanvolgende, finaal Verkoopen: een zeer welgeleegen GRUTTERY, genaamd de ALKMAARSE GRUTMOLEN, met deszelfs Huizeingen, Thuintje, Paardenstal. En verder Getimmerde: alles annex den anderen, staande en geleegen aan de Westzijde van de Voorstraat binnen de voorsz. stad."

 

 07-05-1783:  Op 7 mei 1783 lenen de Delftse grutters Gerrit van der Doe, Adam de Lange, Gerrit van der Stok, Pieter Hommes, Johannes Nieuhuis, Pieter Fauel, Johannes Duijvesteijn, Quirijn Ketelaar en Cornelis van der Palm, 5000 gulden van Cornelis van Duijn. Deze grutters hebben dit bedrag geleend om gezamelijk "de Huisinge, grutterije en Erve, genaamd de Alkmaarse Grutmoolen, staande en gelegen op de Voorstraat" te kopen voor de somma van 4600 gulden. De extra vierhonderd gulden van hun lening wordt gebruikt om de rente van het geleende bedrag af te betalen. Bovendien zijn zij overeengekomen om, voor elke last boekweit die jaarlijks wordt gebroken in ieders grutterij, vijftig stuivers te betalen voor de betaling van de rente en de aflossing van de schuld. Zolang de schuld niet is afgelost zal geen enkele grutter zijn grutterij mogen verkopen.

 

25-02-1786: Op 25 februari 1786 verklaren de hooftlieden van 't gruttersgilde alhier in een schepenakte dat zij aan Andries de Heus een huis en erve verkocht hebben voor 420 gulden, staande en gelegen aan de westzijde van de Voorstraat binnen deze stad, belend ten zuijden met het huis gekogt bij Paulus Roskam, en ten noorden Lambertus Johannes van Heijningen, met een vrije in- en uitgang door de poort benoorden dit Huis. Hierna verandert de grutmolen in een tapperij (Martinus Ouwerling) en later in een winkel (Jacobus van Gaalen) Op de eerste kadastrale kaart is de voormalige locatie van de grutmolen aangegeven met het nummer B-616, het pand van winkelier Jacobus van Gaalen, gelegen op de westzijde van de Voorstraat, tussen de Baljuwsteeg en de Visbrug. De huidige panden Voorstraat 47 en 47a komen ermee overeen.