Molen Zaagmolentje van Huijbert van de Stadt, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Zaagmolentje van Huijbert van de Stadt
modeltype
Onbekende windmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17679
oude dbnr.
V17679
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
op het erf van De Huijsman aan het Sluispad
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 117689, Y: 494449
N: 52.43656, O: 4.83853

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Houthandelaar Huijbert van de Stadt Csz vroeg op 15 april 1869 toestemming voor de bouw van een windhoutzaagmolentje van de kleinste soort op de werf van zijn paltrok De Huijsman aan het Sluispad in Oostzaandam. Het molentje moest tussen De Huijsman en de paltrok De Boendermaker, die ook van hem was, worden geplaatst.

Het lijkt er veel op dat Van de Stadt met dit bovenkruiertje wilde experimenteren met zagen op stoomkracht, want al op 25 augustus 1869 stuurde de gemeente Zaandam een advies over een nieuwe aanvraag van Van de Stadt aan Gedeputeerde Staten die de vergunning moesten afgeven. In deze brief werd gemeld dat Huijbert van de Stadt 'in de schuur van de zaagmolen een stoomwerktuig van 7 pk wilde plaatsen plus een schoorsteen van 7 el hoog.' De oude maat 'el' werd lang aangehouden, maar was na de invoering van het metrieke stelsel in 1820 niet langer de maat van 69 centimeter, maar van een meter. De schoorsteen moest dus zeven meter hoog worden. Burgemeester Hendrik Jan Smit en gemeentesecretaris Greebe meldden dat het molentje op eigen erf stond, tussen de twee molens van Van de Stadt en ver van de huizen. Het bedrijf van de buren was meer dan honderd meter verwijderd van het molentje. Op 15 april 1869 werd de vergunning afgegeven. Daarin werden de maten van de stoomketel ook vermeld. Het ging om een ketel van 2,61 el hoog en met een doorsnede van 1,32 el, zodat er sprake van een middelmatige drukking. Uit de lijst van stoomvergunningen uit de inventaris hoofdingenieur dienst Stoomwezen van het ministerie van Waterstaat (NA - Den Haag 2-15-11 nr. 270) blijkt dat de stoommachine werd geleverd door de Britse fabrikant Marshall uit Gainsborough, een dorp in het noorden van Engeland.

Al deze gegevens tonen aan dat Huijbert van de Stadt Csz, toen één van de voornaamste houthandelaren - en zagers van de Zaanstreek, al zeer vroeg bezig was met het zagen op stoomkracht.
Hij was de tweede koopman in de Zaanstreek die een vergunning aanvroeg voor het zagen met stoom. Op 3 oktober 1866 hadden J. Bos en H. de Vries uit Zaandam al een vergunning aangevraagd voor plaatsen van stoommachine in hun houtzagerij. Zij kochten hun machine bij de Schotse ketelfabrikant Chaplin, waarvoor de dienst Stoomwezen van het ministerie van Waterstaat op 8 december 1866 een vergunning afgaf. Het ging hier ook om een kleine zagerij.
Huijbert van de Stadt was met zijn zagerijtje in 1869 de eerste grote houthandelaar die met stoom begon te werken. Zijn stoomzagerij De Engel zou pas tien jaar later worden geopend op het erf van de paltrok De Engel, die in 1879 moest wijken voor de moderne techniek.

Ron Couwenhoven, 19 okt. 2017.