Molen Kralingerpolder, noordelijke molen (2e), Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1615

verdwenen

1834

vervangen

voorganger

Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk (Kralingerpolder, noordelijke molen (1e))

opvolger

Rotterdam, stadsdeel Kralingen-Crooswijk (Kralingerpolder, noordelijke molen (3e))

geschiedenis

De polder Kralingen had 3 poldermolens, die in 1868 werden vervangen door een stoomgemaal.
Reeds in 15e eeuw waren hier molen aanwezig.
- achtkante grondzeiler (noordelijkste)
- wipmolen (zuidelijkste)
- achtkante stellingmolen (westelijkste) - tot 1868 in gebruik met windkracht, omgebouwd tot stoomoliemolen.

Op den 24e Junij 1615 werd door notaris Johan Molijn de Jonghe een nieuwe molen aanbesteed.
Op den 4e Julij 1615 werd de bouw aangenomen door Cornelis Sijmonsse, timmerman uit Delft.
De totale bouwsom bedroeg de somma van fl 5042 en 3 stuivers.
Borgen: Adriaen van den Kerkhove penningmeester van Delfland,
Heijndrick Jansz van Duijvesteijn uit Wateringen, Blaseris Pietersz uit Kon't.
In 1834/35 werd de molen afgebroken en verkocht.
Koper: de bouwcombinatie van de nieuwe molen aan de lageboezem Watterus Wensingh, Cornelis Schroot en Leendert Pols voor de somma van fl 1000,-