Molen Korenmolen van Reeuwijk, Reeuwijk

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1601

verdwenen

1830

afgebroken

opvolger

Reeuwijk (Windlust)

geschiedenis

Op 27 juni 1601 werd voor de erfpachtsom van 3 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen te Reeuwijk verstrekt aan Cornelis Jansz., van Boskoop.

Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)
-----

Op de kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland (van Dou?) uit 1647, verbeterd 1687, wordt in Reeuwijk één korenmolen op de kaart weergegeven. Er wordt dan ook vanuit gegaan dat het dezelfde molen uit 1601 betreft.

Op de eerste kadastrale kaart van Reeuwijk uit 1828 wordt de molen ook nog op deze positie weergegeven. Eigenaar is dan Ofke Teekens, die in 1830 de molen Windlust bouwt op een andere positie, waarschijnlijk ter vervanging van deze molen. Doordat de molens dezelfde eigenaar hadden, wordt het tweetal toch gezien als voorganger-opvolger.

Op de kaart van 1828 heeft de molen een vierkant grondvlak, wat het waarschijnlijk maakt dat het een wipmolen was.
-----

In 1601 kreeg Cornelis Jansz het recht een kleine windkorenmolen te bouwen op een perceel erfpachtland van de Grafelijkheid van Holland. In 1643 kocht de bakker Jan Hendriksz van der Hoven twee huizen, een schuur, een boomgaard en een korenmolen met toebehoren, gelegen aan de Breevaart. Het complex grensde rechtstreeks aan de Breevaart.

Rond 1805 kocht de 21-jarige Ofke Teekens de molen. Hij was de zoon van een uit Friesland afkomstige schipper die zich in Woubrugge had gevestigd, en zou de stamvader worden van de Reeuwijkse familie Teekens.

De kennelijk florerende molen werd in 1828 een letterlijke sta-in-de-weg voor een verharde en bestrate weg die dwars door de molen heen zou gaan. Teekens, die zelf ook betrokken was bij de aanleg van de weg, was bereid mee te werken aan een verplaatsing van de molen als daar een financiële vergoeding tegenover zou staan. Men werd het eens over een bedrag van 4500 gulden, waarvoor Teekens de molen zou slopen en zo’n 20 meter ten westen van de aan te leggen weg een nieuwe zou bouwen. Op een stuk grond van de voormalige buitenplaats Doesrust kwam in 1830 de nieuwe molen, later De Windlust genoemd, te staan.

Bron: "Korenmolen De Windlust", art. op website Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard, dec. 2021.