Molen Brouwerij De Witte Leeuw, Utrecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1737

verdwenen

voor 1832

geschiedenis

Amsterdamse courant, 15 januari 1737:
"Hendrik van der Mark, Deurwaerder der stad Utrecht, zal op Dingsdag den 22 January 1737, 's morgens ten 10 uuren, op het Stadhuys t'Utregt in de Raedkamer, ten overstaen van Heeren Schepenen uyt den Ed. Agtb. Geregte der zelve stad, publyk by decreet verkopen, een capitale Huyzinge en Brouwerye, met Hof, Stallingen, Rosmolen, Kelders, Brouwketel en alle Gereedschappen tot een compleete Brouwerye behorende, genaemt de Witte Leeuw, staende aen de Oostzyde van de Oude gragt by de Reguliersbrugge t'Utregt, om aenstonds te konnen werden aenvaert, met nog een propte kleyne Huyzinge daer Noordwaerds naest gelegen, tezamen in een koop; zonder die op te houden, maer affectief te verkopen."

Fragment notariële akte van 1678:
"Een huizinge staende alhier binnen Utrecht ter westzijde van de Oudegragt omtrent de Reguliers of Weesbrugge daar De Witte Leeuw uithangt, tegenwoordig bewoond wordende bij Izaak Oydenberg en Johanna de Bruijn Echtelieden den Huerder wel bekend."

Uit de teksten zouden we kunnen opmaken dat de woning aan de westzijde van de Oudegracht stond (nu Oudegracht 249 met gevelsteen), en de brouwerij aan de oostzijde daar tegenover. In het kadaster 1832 komt hier geen brouwerij meer voor.
Onze coördinaten geven de woning op Oudegracht 249 aan.
Red.