Molen Plaspolder, Woubrugge

Woubrugge, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Plaspolder
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
17116
oude dbnr.
V17116
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 17116 Plaspolder (Woubrugge)
Detail kaart J. de Sauvage, 1792-1793

locatie

plaats
Woubrugge
plaatsaanduiding
aan de Wijde Aa
gemeente
Kaag en Braassem, Zuid-Holland
streek
Rijnland
geo positie
X: 102217, Y: 465299
N: 52.17332, O: 4.61559

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
Scheprad
1890 vijzel
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1821 afgebroken, 1890 herbouwd
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Tot 1792 stond de molen aan de Leidsche Sloot, in juni van dat jaar werd hij verplaatst naar de andere zijde van de polder zodat direct op het buitenwater geloosd kon worden. Dat had te maken met het contract van 1783 tussen de Plaspolder en de Oudendijkse polder over het aansluitend maken van elkaars polderdijk.

Op 11 februari 1792 werd ook vergunning verleend voor het bedijken, natvenen en droogmaken van de Plaspolder. Na twee verlengingen moest de polder uiteindelijk in 1827 droog zijn en aangesloten op de bemaling van de grote buurman. In 1820 verzocht de poldermeester Leendert van Leeuwen om de Plaspolder voortaan door de Oudendijkse polder te laten bemalen. 4 december kwam die toestemming, de molen zal dus in 1821 verdwenen zijn.

Opregte Haarlemsche Courant, 28 aug. 1821:
"Men is van meening ten overstaan van CORNELIS KEMPENAAR, Notaris te Woubrugge en Getuigen, publiek te doen veilen en verkoopen, in het Huis der Gemeenten van Woubrugge voornoemd, op Woensdag den 5 September 1821: Een Wip-Water-Molen, hebbende 42 voeten vlugt, wijd op de Tafelemente 10 1/3 voeten, het Scheprad met vaste Schoepen van 8 duimen breed, over het Diameter groot 13 voeten, alle Rijnlandsche maat, met een zeer groote As en gaande werk, staande op de Plaspolder aan de wijde Ade, onder Woubrugge; kunnende dagelijks worden bezigtigd en blijvende inmiddels uit de hand te koop; te bevragen bij de Schout van Woubrugge voorn."

Op 26 juni 1827 was de aannemer bezig met de aanleg van de definitieve duiker die het water van de Plaspolder op de Oudendijkse polder moest lozen, toen om 9 uur een groot deel van de Plasdijk wegschoof waardoor de polder vol liep.

Pas in 1890 werd de polder weer droog gemaakt met behulp van een vijzelmolen van een nieuw model [mogelijk een windmotor uit Amerika?], waaraan de naam van ene Jongeneel verbonden is, en die direct op de Wijde Aa uitsloeg. Het bleek geen succesvol experiment te zijn, want reeds in 1897 werd dit molentje afgedankt omdat het te licht gebouwd zou zijn geweest. Hierna zou het molentje in Overijssel terechtgekomen zijn.

Hierna werd de Plaspolder aangesloten op de bovenmolen van de Oudendijkse polder.

Bron: Jaarboekje Rijnlandse Molenstichting 1989.
Met dank aan H. van der Kaay.