Molen van Jolink, Delden

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1890

verdwenen

1899

verbrand

geschiedenis

In mei 1890 verhuisde G.H. Jolink met zijn gezin vanuit Hengelo (Gld.) naar Vorden en betrok een nieuw huis no. B 81, bij de kruising van Deldenseweg en Hamminkweg. Hij liet een molen bouwen, deze was gereed op 15 augustus 1890 en kreeg no. B 82b.

Op 10 juli 1899 meldde het gemeentebestuur van Vorden aan de Commissaris der Koningin:
"Bij dezen heb ik de eer U Hoog Edele Gestrenge mede te deelen: Dat gisteren middag door het inslaan van de bliksem is afgebrand de windkorenmolen en schorsmolen van G.H. Jolink staande in de Buurtschap Delden onder deze Gemeente. De molen is verzekerd bij de Mij. Unitas te Amsterdam voor ƒ 3150,--, het aanwezige graan voor ƒ 315,--, samen ƒ 3465,--. Op het oogenblik was aanwezig circa 60 hectol. graan en een vracht eikenschors, die mede verbrand zijn.
Daar geen water aanwezig was in een omtrek van 500 meter, geen naburige gebouwen en de molen geheel van stroo en hout niet te redden was, is door de brandweer geen hulp verleend."

Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 11 juli 1899:
"In de buurtschap Delden onder Vorden sloeg de bliksem in een nieuwgebouwden molen, die tengevolge daarvan is verbrand."

Tijdens de collegevergadering van woensdag 23 augustus 1899 kreeg molenaar Jolink vergunning ".... om in de plaats van zijn afgebrand perceel een stoommolen te doen plaatsen ....".

Per 15 juli 1907 verliet de familie Jolink het huis en de stoommolen.

Bron: "De Korenmolen te Delden", art. door R. Poesse in Vordensche Kronyck 1993 no. 1, blz. 26, Oudheidkundige Vereniging 'Oud Vorden'.