Molen Diamantslijperij van Abraham Meijer, Amsterdam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1824

verdwenen

voor 1860

geschiedenis

In de diamantindustrie werden in 1822 voor het eerst voor het aandrijven der slijpmolens paarden gebruikt. Een groot aantal in één ruimte geplaatste molens werd nu door één rad in beweging gebracht, de arbeid der slijpers werd tot fabrieksarbeid.
Bij de in 1824 in de Weesperstraat opgerichte paardenfabriek met honderd slijpmolens was de werkplaats van de manege gescheiden.

Andere paard-gedreven slijperijen kwamen op het Roeterseiland (1822), ? (1828), ? (1830), en in de Rapenburgerstraat (1840 verstoomd).

In 1852 waren er in Amsterdam ongeveer 700 slijpmolens, die deels met paarden en deels met stoom werden aangedreven. Rond 1860 waren de rosmolens in de diamantindustrie vervangen door stoommachines, die technisch beter voldeden en tegen aanmerkelijk lagere kosten werkten.

Bron: Rosmolens in Amsterdam 1519-1919, mr. J.H. van den Hoek Ostende, pag. 10-24. Jaarboek Amstelodamum 1981.

NB Het is niet zeker dat de beschrijving bij deze diamantslijperij hoort.
Red.