Molen van Kootstra, Kootstertille/ Koatstertille

Kootstertille/ Koatstertille, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Kootstra
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
roggemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16926
oude dbnr.
V16926
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Kootstertille/ Koatstertille
plaatsaanduiding
aan het Kolonelsdiep z.z.
gemeente
Achtkarspelen, Fryslân
geo positie
X: 202328, Y: 580483
N: 53.20889, O: 6.09559

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken en verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
In 1866 kreeg Jacob Hylkes Kootstra (1841-1884) uit Kooten toestemming om in Kootstertille een koren- en pel- of oliemolen te bouwen. Nog datzelfde jaar werd de bouw van een rog- en weitmolen door zijn moeder Lijsbeth Kootstra-Reitsma aanbesteed. Haar zoon kreeg zo de beschikking over een eigen molen, want zij exploiteerde zelf de door haar man gestichte korenmolen in Kooten (dbnr. 3254).
In 1867 werd deze derde molen aan het Kolonelsdiep gebouwd, hij stond aan de zuidkant van het kanaal tegenover de huidige fabriek van Biddle.

Jacob had het moeilijk in Kootstertille, want hij moest het opnemen tegen Van der Leest die daar een andere korenmolen exploiteerde. In 1875 zag hij zich genoodzaakt om zesduizend gulden te lenen en uiteindelijk werd de molen door een deurwaarder op afbraak verkocht (1882). Hierop ging Jacob naar Kooten terug, waar hij niet lang daarna overleed.

De molen heeft er dus niet zo lang gestaan, want in 1882 moest de molen al weer afgebroken worden. De reden hiervoor was dat het Kolonelsdiep verbreed moest worden. Een advertentie in de Leeuwarder Courant vermeldde het volgende:
De deurwaarder Oostingh te Buitenpost zal dingsdag den 21 maart 1882, ’s namiddags precies 1½ uur, ten huize van logementhouder De Jong te Buitenpost, publiek, op crediet, tegen soliede en bekende vóóraf goed te keuren borgstelling, op afbraak, verkoopen, voor de heeren Bekker en Van Seters en Co.: 3 bruggen, liggende over het vaarwater te Schuilenburg, Kootstertille en Blaauwverlaat. Een rog- en pelmolen te Kootstertille, in gebruik bij Jacob Kootstra. Voort eenige huizen en houtschuur te Kootstertille, van Jacob Kootstra, Louw P. Sikkema, Durk G. van der Meer, de erven Rinze Kramer, Hendrik P. Hoekstra en Folkert E. Dijkstra.
Daarnaast moesten er ook nog twee huizen bij Schuilenburg, drie huizen bij Rohel en een huis bij Blauwverlaat worden afgebroken.

Dat alles betekende echter niet het einde voor de molen, want de onderdelen werden gebruikt bij de opbouw van de afgebrande molen van Jouke Hedzers Looyenga (1852-1912) in Suameer. De onderbouw was gekocht door Jacob Jans Formsma (1851-1899) en die liet de molen van Kootstra daar bovenop zetten. De gecompleteerde molen kreeg de naam De Hoop en bestaat nu nog.

Bronnen:
- Over de grenzen (2), art. door DMB in De Utskoat nr. 90, juni 1998.
- Informatie van Simon Hoeksma, 7 dec. 2013.
- Informatie van Dick Bunskoeke, 8 dec. 2013.

aanvullingen

trivia
Advertentie:

Berigt aan de Scheepvaart.
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie Friesland maakt bij deze bekend, dat aan ALLE UILKES van der WAL, Molenmaker te Veenwoudsterwal, door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend, om, ten dienste van de bouwing van een Rog- en Pelmolen te Kootstertille, gedurende drie dagen een TOOL- en TUIJERTOUW te spannen over het Kolonelsdiep; mits zoodanig, dat de vaart voor Schepen met neergelaten Mast, benevens voor Stoombooten, niet belemmerd worde; terwijl het Touw moet worden weggeruimd van des avonds 7 tot des morgens 5 uur, en dat van deze vergunning door den belanghebbende gebruik zal worden gemaakt op de dagen van den 8, 9 en 10 April e.k.
Leeuwarden, den 28 Maart 1867. Van PANHUIS
-----

Op 08-11-1871 berichtte De Tijd het volgende:

KOOTSTERSTILLE, 5 Nov. Dezer dagen had hier een droevig ongeluk plaats. De knecht van den molenaar J. Kootstra werd, terwijl hij zich op de stelling van den molen bevond, door een der ronddraaiende molenwieken zoodanig aan het hoofd getroffen, dat hij dadelijk bewusteloos nederzeeg en twee dagen later aan de gevolgen overleed.

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 19 mei 2021

-----

Advertentie:

Belangrijke Afbraak.
De Deurwaarder OOSTINGH te Buitenpost zal Dinsdag den 21 Maart 1882, 's namiddags precies 1 1/2 uur, ten huize van den Logementhouder de Jong te Buitenpost, publiek, op crediet, tegen soliede en bekende vooraf goed te keuren borgstelling, op afbraak, verkoopen,
voor de Heeren Bekker en van Seters en Co:
3 BRUGGEN, liggende over het Vaarwater te Schuilenburg, Kootstertille en Blaauwvallaat.
Een ROG- en PELMOLEN te Kootstertille, in gebruik bij Jacob Kootstra.
-----

De locatie is gegist op basis van de beschrijving.