Molen Loodwitfabriek van Salomon van Vliet, Schoonhoven

Schoonhoven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Loodwitfabriek van Salomon van Vliet
modeltype
rosmolen
functie
loodwitmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16889
oude dbnr.
V16889
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Schoonhoven
plaatsaanduiding
tussen Havenstraat en Havenstraatse Wal
gemeente
Krimpenerwaard, Zuid-Holland
streek
Krimpenerwaard
kadastrale aanduiding 1811-1832
Schoonhoven C (1) 377 Paulina Maria Hondorff Block, wed. Salomon Bisdom van Vliet
geo positie
X: 118023, Y: 440021
N: 51.94741, O: 4.84937

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Johan van den Honert (overleden 1807) en Johannes van Kempen (overleden 1812) kregen in 1778 van de vroedschap te Schoonhoven vergunning op een aan Van den Honert toebehorend terrein azijn te verwerken.
In 1780 richtten beiden de firma Loodwitfabriek Honert en Van Kempen op. Ook in 1780
sloten beiden een overeenkomst met Pieter Jan Hebert (overleden 1815), waarbij de laatste de toezegging kreeg dat hij na zeven jaar firmant kon worden.
Vanaf 1812 was Hebert de enige fabrikant. Zijn erfgenamen verkochten de fabriek in 1816 voor f 24.684,50 aan Mr. Otto Braet (1760-1823), burgemeester van
Schoonhoven. De naam van het bedrijf werd toen 'Loodwitfabriek Otto Braet'. Zijn zuster Cornelia Braet (1757-1822), die in 1781 gehuwd was met Fredericus Augustinus Hondorff-Block (geb. 1753), had een dochter Paulina Maria Hondorff-Block (1786-1871). De laatste erfde het bedrijf in 1823 en veranderde de naam in 'Loodwitfabriek Hondorff-Block en Braet'. In 1825 werd Wed. toegevoegd. In de loop der jaren veranderde de firma verscheidene malen van eigenaar.
In 1963 was de onderneming het grootste loodwit-producerende bedrijf in West-Europa. Voor uitgebreide bijzonderheden verwijs ik naar een ca. 1963 door een der huidige direkteuren samengestelde monografie. Wel vermeld ik enkele feiten, die hierin onvermeld bleven.
In 1816 bloeide de loodwitmolen (8 werknemers) evenals vroeger.
In 1819 werd aan het binnenland geleverd (9 werknemers). Rolla Boeck, gewezen eerste luitenant der artillerie, loodwitmaker te Schoonhoven van de firma de Weduwe Hondorff-Block en Braet kreeg in 1847 vrijstelling van de betaling van accijnzen op binnenlands gedistilleerd; hij maakte dus snelazijn ten behoeve van zijn loodwitfabriek. In de jaren 1866-1867 bestond het personeel uit 28 mannen.
In 1868 uit 31; men gebruikte toen 11 molenpaarden. Door de oorlog verkocht men weinig in 1870. In 1871 was het aantal werknemers 26. Bij akte van 13 december 1871 (nots. R.H. Nierstrasz te Rotterdam) werd tussen de volgende personen per 15 december 1871 een vennootschap gesloten: Johannes Francois Versteeven, koopman en fabrikant wonende te Rotterdam en zijn zoon Johannes Francois Versteeven Jr. (1851-1933), particulier, wonende te Schoonhoven. Het doel was het vervaardigen van
loodwit en het handeldrijven in loodwit, en zulks bij voortzetting van de Loodwitfabriek te Schoonhoven, gevestigd onder de Firma Wed. Hondorff-Block en Braet. De naam bleef dezelfde.

Bron:Loodwitfabrieken in de negentiende eeuw door Dr. Ir. J.Mac Lean