Molen Nieuwpoortse Grut- en Gortmolen, Utrecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1703

verdwenen

circa 1840

afgebroken

geschiedenis

Twijnstraat 14.
Rond 1600 was dit huis van Cornelis Portengen, eigenaar van 'De Drie Koningen'.


In 1703 verkopen de erfgenamen van Abraham van de Dussen het huis aan Kornelis Kuijk.
Hij komt uit Nieuwpoort (Z.H.), grutter van beroep.
Hij bouwt achter op zijn perceel een grutterij die hij 'De Nieuwpoortse Grutterij' noemt.
Als Kornelis Kuijk overlijdt, krijgt zijn familie in Nieuwpoort een som geld en zijn weduwe de grutterij. Dat Kornelis Kuijk deze grutterij opzette blijkt uit het feit dat bij de koop van het terrein niets over een grutterij wordt gezegd, terwijl bij de verkoop in 1724 aan grutter Jan Finjé een uitgebreide omschrijving wordt gegeven van een grutterij.
Grutter Jan Finjé, die ten tijde van deze koop nog in 'Saltbommel' woont, wordt burger van Utrecht in 1725.
Hij trouwt in dat jaar met een Utrechtse gruttersdochter, Wilhelmina Verhuijsen.
Haar vader staat borg bij de koop van de grutterij. Uit het huwelijk ontspruiten tien kinderen.
Een kleinzoon van Jan Finjé begint in Utrecht een wijnkoperij. Deze bestaat weliswaar sinds 1979 niet meer, maar de naam zullen velen zich nog herinneren van "Finjé & Co. Stadskelder", Hofleverancier.
In 1840 koopt meestertimmerman.
Johan van der Grindt: "Eene huizinge met stallinge, tuin, erven en grond, vanouds de "Nieuwpoortse Grut- en Gortmolen" Een jaar erna koopt Van der Grindt het achtererf van Twijnstraat 16, breekt voor zover nog nodig de grutterij af, en bouwt daar een eigen buurtje met 7 kleine huisjes, de Grutterspoort genaamd.