Molen Loodwitfabriek van Hendrik ter Meulen, Bodegraven

Bodegraven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Loodwitfabriek van Hendrik ter Meulen
modeltype
rosmolen
functie
loodwitmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16629
oude dbnr.
V16629
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Bodegraven
plaatsaanduiding
Noordzijde 66
gemeente
Bodegraven-Reeuwijk, Zuid-Holland
streek
Rijnland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Bodegraven B (4) 1066 Hendrik ter Meulen, fabrikant, en mede eigenaren in 't gemeen
geo positie
X: 112027, Y: 455086
N: 52.08238, O: 4.76028

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verstoomd
geschiedenis
In de fabriek waren in 1814 twee paarden aanwezig.

De fabriek stond eerst in het dorp, maar in 1815 werd een nieuwe fabriek gebouwd.
Uit 1816 is een plattegrond van de fabriek aanwezig (Gemeentearchief Amsterdam, archief Ter Meulen), achter op het erf staat een rosmolen aangegeven.

Rond 1860 waren er zeven of acht paarden. Zij dienden voor transport, om de rosmolen aan te drijven en ook voor de mest die voor de hopen bij de loodwitproductie nodig was. Dit kan een reden zijn geweest dat hier pas laat stoomaandrijving zijn intrede deed. Er was een paardenknecht Hannes in dienst, die niet alleen de paarden verzorgde, maar ook de paarden inkocht op de markt in Woerden. Bij de fabriek was een paardenstal, een hooiberg (herkenbaar op de kadasterkaart 1811-1832) en er werden weilanden aangehouden.

In 1860 werd Willem ter Meulen als vennoot opgenomen om de fabricage en de boekhouding te doen, terwijl Abraham Lambertus ter Meulen de verkoop zou blijven behartigen.

In december 1863 werd een staande 4 pk stoommachine van Alexander Chaplin & Co. te Glasgow geplaatst, "dienende tot het in beweging brengen van molens voor het malen van Loodwit" in de fabriek toebehoorende aan de Heeren Hendrik Termeulen en Zonen te Bodegraven."
In 1870 vond een verkoop plaats, werd een stille vennoot opgenomen en werd het bedrijf de Firma A.L. ter Meulen genoemd.

Bron: De loodwitmakerij aan den Ouden Rijn. Ruim twee eeuwen loodwitfabricage in Bodegraven, art. door ir. J.H. de Vlieger, in Heemtijdinghen 1989 nummer 3/4 pag. 54-79.

aanvullingen

trivia
Aan de loodwitmakers Hendrik ter Meulen en Comp., te Bodegraven, verleende de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij in 1820 een gouden medaille voor een door hen uitgevonden klepmolen, waarmee het loodwit op een voor de gezondheid onschadelijke wijze van de repen lood gescheiden werd. Loodwitvergiftiging was een ernstige ziekte. Op de in 1825 te Haarlem gehouden nijverheidstentoonstelling werd de
firma voor verschillende loodwitsoorten, o.a. voor de z.g. schulp, eervol vermeld.
In december 1825 ontvingen Hendrik ter Meulen en S. Rameloos, beiden te Bodegraven, een vijftienjarig octrooi voor een door hen uitgevonden waterwerktuig. In 1833 verleende de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij hun voor dit werktuig zelfs een gouden medaille. In de loodwitfabriek waren in 1866 13 personen werkzaam". In dit
jaar werd de firma H. ter Meulen en Zoonen voor zuiver en goed bewerkt loodwit te Amsterdam eervol vermeld. In 1871 toen het aantal werknemers 13 bedroeg, werden een 4 P.K. stoommachine en een ketel gebruikt. In het Amsterdamse Gemeentearchief wordt het archief van de loodwit- en azijnmakerij Ter Meulen bewaard; het bestrijkt
de periode 1737 - ca. 1960

Bron: Loodwitfabrieken in de negentiende eeuw.
door Dr.Ir. J.Mac Lean