Molen Grutterij van Coenraad Pinkse, Bodegraven

Bodegraven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Grutterij van Coenraad Pinkse
modeltype
rosmolen
functie
grutmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
16628
oude dbnr.
V16628
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 16628 Grutterij van Coenraad Pinkse (Bodegraven)
Bodegraven B(3), detail, 1829, Oude Rijn onder, Kerkstraat boven

locatie

plaats
Bodegraven
plaatsaanduiding
Kerkstraat
gemeente
Bodegraven-Reeuwijk, Zuid-Holland
streek
Rijnland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Bodegraven B (3) 526 Coenraad Pinkse, grutter
geo positie
X: 110745, Y: 455605
N: 52.08694, O: 4.74151

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Op de eerste kadastrale kaart van Bodegraven uit 1829 wordt deze grutterij weergegeven (zie boven).
-----

Waarschijnlijk betreft dit dezelfde rosmolen te Bodegraven waarvoor ruim honderd jaar eerder drie windbrieven (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) aan Maerten Cornelisz. Outshoorn, van Bodegraven:
Op 4 januari 1686 voor een olijmolen (vroeger houtzaagmolen).
Op 18 juni 1700 voor een gerstpelmolen (vroeger olijmolen en nog eerder houtzaagmolen).
Op 5 december 1708 voor een grutmolen (door paarden in beweging gebracht), voor de erfpachtsom van 20 schelling.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens).

Uit de brieven blijkt dat deze rosmolen van Outshoorn heeft gefunctioneerd als houtzaagmolen, oliemolen, gerstpelmolen en tenslotte grutmolen. De brieven leggen twee relaties naar de grutmolen uit 1829: de laatste functie als grutmolen doet ten eerste vermoeden dat dit dezelfde molen is als de (dan enige) grutmolen in Bodegraven in 1829. Ten tweede doet de situatie op de kaart van 1829 vermoeden dat de molen oorspronkelijk is opgericht als houtzaagmolen: het betreft een relatief groot gebouw, aan de oever van en dwars op de Oude Rijn, ideaal om balken naar binnen te halen.

Er moet echter een slag om de arm gehouden worden of het daadwerkelijk dezelfde molen betreft. Verder perceelonderzoek naar transacties in de 18e en begin 19e eeuw kan hier uitsluiting geven.

Maerten Cornelisz. Outshoorn was overigens in 1671 ook betrokken bij de oprichting van een windzaagmolen in Zwammerdam (dbnr. 5941, de voorganger van De Palmboom) een stukje stroomafwaarts. Begon hij de roszaagmolen nadat hij zijn aandeel in de windzaagmolen verkocht rond 1781?