Molen Marmerzaagmolen van Johan Hoffman, Den Haag

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1774

verdwenen

1876

geschiedenis

Het bedrijf bestond volgens het kadaster uit een 'Marmerzaagmolen door paarden (Steenhouwerij), schuur en Erf', op sectienummer 67.

 Johan Casper Hoffman, steenhouwer, had nog meer panden, aan de Zuidwal, hoek Buitenom, sectie nrs 319, 320, 321

 

1768: In 1768 trouwde Johan Casper Hoffman met Jenneke Harmse Vreenenburg in de Kloosterkerk te Den Haag. Johan was afkomstig van Neuffen in Württemberg, gelegen 30 km ten zuidoosten van Stuttgart. Jenneke kwam uit Hengelo. In 1774 werd Johan toegelaten tot het Haagse gilde van “Metzelaars en Lijdekkers”, waaronder ook steenhouwers vielen. In 1786 was hij adjudant bij het Groene Vaandel van de Haagsche schutterij. Hij overleed op 12 augustus 1794 op 54-jarige leeftijd ten gevolge van een beroerte. Hij liet een welvarend bedrijf na. In de “Resolutien van het Intermediair Administratief Bestuur van het Voormaalig Gewest Holland”, meld de opzichter Verstegen, hoofdgaarder van de “grove Waaren met de steenhouwers, betreffende Breemer,- Bentheimer- en Marmer-steen”, dat de weduwe van J.C. Hoffman 12 gulden belasting verschuldigd was. De zes steenhouwers in Den Haag tesamen waren 50 gulden verschuldigd.

14-08-1794: In een advertentie in de Rotterdamse Courant (14 augustus 1794) laat de weduwe weten dat haar zoon Johan Casper Hoffman junior het bedrijf zal voortzetten. Hij was 21 jaar oud. Het bedrijf was gevestigd op de hoek van de huidige Zuidwal en Hoge Zand. In de locale registers wordt het adres soms aangeduid met de Brouwersgracht. Het bedrijf bestaat uit een steenhouwerij, steenzaagmolen en paardenstal. Volgens het kadaster (zie kaart) bestaat het bedrijf uit drie delen: Pand 319: huis en erf; Pand 320: schuur met erf en Pand 321: erf.

1814: In 1814 trouwt Johan Casper Hoffman junior (42 jaar oud) met Wijntje den Dekker (23 jaar oud) uit Gorinchem. Het echtpaar krijgt twee kinderen die op jonge leeftijd overlijden. In 1843 is Johan Casper 70 jaar oud en heeft geen opvolger. Hij besluit zijn bedrijf af te stoten.

25-02-1843: De steenhouwerij wordt te koop aangeboden in de Rotterdamsche Courant voor een bedrag van 8 tot 10 duizend gulden. Het bedrijf wordt overgenomen door Pieter de Kok, die al een steenhouwerij bezat op de Uilebomen in Den Haag. Hij is gespecialiseerd in schoorsteenmantels van Italiaans, Pireneesch, Frans of Belgisch marmer. Pieter de Kok overlijdt in 1848 en zijn weduwe Anna Catharina Sneltjes zet het bedrijf voort tot haar dood in 1876.

De uitvinding van de stoom-gedreven steenzaagmachine rond 1830 betekende het einde van de rosmolen.
 
 
 
 
 
 
 
BeantwoordenAllen beantwoordenDoorsturen 
Je kunt niet reageren op een bericht met een antwoordadres.