Molen Noordpolder van Delfgauw / Het Lage Poldertje, Delfgauw

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1670

verdwenen

1873

verbrand

opvolger

Delfgauw (Noordpolder van Delfgauw, Putmolen)

geschiedenis

Op de kaart van Kruikius 1712 staat de molen aangegeven als 't Wipje. De molen werd na 1633 gebouwd, in het archief van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt vermeld dat er in 1670 sprake was van 'het stellen van een molen'.

De wipwatermolen was vermoedelijk een klein type watermolen om de Put te bemalen. Er was geen bewoning in aanwezig. Uit de polis brandverzekering van 1822 blijkt dat de molen verzekerd was voor ƒ 2900 (en de Kooltuinmolen, de hoofdbemaling van de polder, voor ƒ 10.000). De latere vijzelmolen, gebouwd in 1874-75, werd in 1875 verzekerd voor ƒ 16.000.

De wipwatermolen brandde af in de nacht van 24 op 25 oktober 1873. De Delfsche Courant van zondag 26 oktober 1873 meldt daarover:
In den afgelopen nacht , ten 1 ure, is de kleine wipmolen van den Noordpolder van Delfgauw, in de nabijheid dezer stad, onder de gemeente Vrijenban, geheel afgebrand. De molen, die niet bewoond werd, is voor ƒ 2900 tegen brandschade geassureerd. De oorzaak van den brand is onbekend.

Het verslag van de bestuursvergadering van de polder, van 4 november 1873, maakt eveneens melding van de brand, waarvan de oorzaak als onbekend werd aangegeven. Naar aanleiding van de brand discussieerde het bestuur van de polder op 7 november 1873 of dit aanleiding was de veenplas (de Put) droog te maken met behulp van een nieuwe vijzelmolen, of de toestand te laten zo die was en een nieuwe kleine wipmolen te bouwen. Tot de eerste mogelijkheid werd besloten. In de vergadering van 17 feb 1875 werd Jacobus van Rutten uit Berkel benoemd als molenaar van de nieuwe vijzelmolen, zijn dienst ging in zodra de vijzelmolen maalvaardig was, hetgeen later dat jaar het geval was.

Joost van der Plicht, 18 mei 2012.