Molen Ommedijkse- of Pijzelpolder (2e), Wassenaar

Wassenaar, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Ommedijkse- of Pijzelpolder (2e)
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
15701
oude dbnr.
V15701
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Wassenaar
plaatsaanduiding
aan de Dolentsloot
gemeente
Wassenaar, Zuid-Holland
streek
Haaglanden
geo positie
X: 89583, Y: 463794
N: 52.15844, O: 4.43121

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
Scheprad
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Het ontstaan van de Ommedijksepolder

Op 2 maart 1652 werd de polder aan de zuid- en noordkant vergroot. Het betrof aan beide zijden landen gelegen tussen de Zijl- en de Korte Watering. De polder strekte nu helemaal tot aan de Rijndijk en kreeg de naam Ommedijkse polder.

Waarschijnlijk is dit land wat lag tussen de "Claes Claveren moelen(polder)"en de Rijndijk.
De Zijl- en de Korte Watering.

Toen de poldermeesters de onkosten voor het inrichten van de vergrote polder wilden omslaan, weigerde een aantal ingelanden te betalen. De hoogheemraden van Rijnland gaven toen de onwilligen te kennen dat zij met dijkrecht zouden worden aangepakt. Dat hielp. Blijkbaar werd niet zo gelet op het onderhoud van de watergangen. Op 17 augustus 1658 klaagden ingelanden van de Laenhouck bij Rijnland over de Korte Watering. Die was dichtgegroeid, zodat zij er niet meer met hun schepen door konden "voor vervoer van bostel, melk, kaas en andere waren naar de stad Leiden". In 1671 was er een dergelijk probleem ter hoogte van Maeldrift. In de polder werd, zoals gebruikelijk langs de Rijn, ook "steenplaats-, pan- en estrikaarde" weggegraven.

In 1659 kregen Gerard Hoogeveen en de regenten van het Sint-Elizabethgasthuis te Leiden van Rijnland vergunning om hun landen voorbij het Haagsche Schouw, tussen Doedinxlaan en Korte Watering in de "Ommedijcse polder" te mogen brengen. Dezelfde persoon bracht in 1664 nog meer land in de polder. “Het Sint Elisabeth Gasthuishof is een hofje aan de Caeciliastraat/Oude Vest in Leiden. Het hofje bestaat uit twaalf woningen uit het tweede kwart van de 17e eeuw. Ingang tot het hofje is een opvallende poort met zandstenen omlijsting. Het hof is gevestigd in het voormalige St.
Elisabeth Gasthuis (gesticht in 1428).”

Het gaat om een stuk land ter grootte van vijftig roede, gelegen in de vrije heerlickhuyt van Voorschooten, aen ende omtrent de Rhijndijk tusschen de Doeningslaen ende Cortewatering neffens ende tegenstaan de Ommedijcksche-polder gelegen soo gelegen in de Baronny van Wassenaar als Voorsch.

We weten dat het is toen is gestaan en we kunnen aannemen dat deze polder, die is toegevoegd de Pijssel-polder is. We weten ook dat de eigenaren hun land wilde laten bemalen door de molen die al in de polder stond. Er wordt in de Correspondentie nog niet gesproken over de gecombineerde Pijsel en
Ommendijkse-polder. Dat gebeurden pas later. Het is merkwaardig dat de schepradmolen niet genoemd was naar de polder, maar aangeduid werd als Pijselmolen. De naam Pijselpolder komt voor het eerst voor in 1719 bij de vraag of er nu in Voorschoten of in Wassenaar vergaderd diende te worden.

Of de molen uit 1632 is vervangen in 1652 is een vraag en antwoord moet in het archief worden opgezocht. In het Rijnland archief wat op internet staat is hier (nog) niets over te vinden. Er moet genoeg overgeschreven zijn.

De kosten om de bestaande molen te vervangen, was maar 18 jaar oud, is zeer kostbaar. Mocht de bestaande molen goed functioneren dan zal men niet gauw over gaan om een nieuwe molen te bouwen in de polder. Ook omdat de polder zijn ware grote nog niet had bereikt.
In het Rijnland Archief op website staat hier niks over beschreven. En men zal nader onderzoek moeten in het archief zelf.

Informatie van N. Varkevisser, 14 juli 2020

aanvullingen

trivia
De Ommedijkse- of Pijzelpolder schijnt ontstaan te zijn uit een combinatie, maar daarover is niets meer terug te vinden. Omstreeks 1850 raakte de naam Pijzelpolder in ombruik, de polder heette Ommedijksepolder en de molen Pijzelmolen.

In 1652 wilden aangrenzende ingelanden in de polder worden opgenomen, waartoe nieuwe polderconditiën werden ingesteld voor de nieuwe Ommedijkse polder, die zowel in het ambacht Wassenaar als in het ambacht Voorschoten lag. Een nieuwe molen verving het oude molentje, en kwam aan de Dolentsloot te staan, die de ambachtsgrens vormde.

De ligging in twee ambachten heeft door de jaren heen telkens tot onenigheid geleid over wie het polderbestuur mocht vormen, en daarmee samenhangend uit welke plaats de molenmaker werd ingehuurd.

In 1708 brandde de molen af, de Stevenshofjespolder verleende hulpbemaling. Op de oude plaats werd de molen herbouwd.

Bron: "De polders rondom Voorschoten", art. door G. 't Hart in "Voorschoten, Historische Studien", red. dr. J.L. van der Gouw, 1971. Verzameling H. van der Kaay.