Molen Mee-Stoof, Stampersgat

Stampersgat, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Mee-Stoof
modeltype
rosmolen
functie
meekrapmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
15179
oude dbnr.
V15179
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 15179 Mee-Stoof (Stampersgat)

detail Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Oud- en Nieuw-Gastel, Noord-Brabant, sectie B, blad 01 (MIN10122B01)

locatie

plaats
Stampersgat
gemeente
Halderberge, Noord-Brabant
streek
Baronie en Markiezaat
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oud- en Nieuw-Gastel B (1) 120 De Eigenaren van de meestoof van Gastel
geo positie
X: 89692, Y: 403125
N: 51.61320, O: 4.44430

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

De plaatsnaam Stampersgat heeft mogelijk te maken met de meestoof. Naast het malen en stoven was ook het stampen een onderdeel van de oogstverwerking, een stamper was een arbeider die in de meekrapindustrie werkzaam was in een meestoof. Volgens het kadaster 1811-1832 stond er toen een meestoof in het dorp, deze moet voorzien zijn geweest van een rosmolen.

In 1851 werd te Stampersgat een nieuwe meekrapstoof gebouwd. Als bouwterrein werd gekozen voor een gedeelte van het vervallen Fort Willem, aan de oostzijde van de Gastelsedijk West, nabij het Jan Frederik Vlekkeplein. Deze stoof heeft nog een aantal jaren met goed resultaat gewerkt, doch na 1872 werd er geen dividend meer uitbetaald. In 1893 werd hij gesloopt.

Tijdens carnaval heet Stampersgat Meekrapdurp. De carnavalsvereniging heet dan ook De Meekrap. Stampersgat had twee meestoven, dat waren torens waarin de meekrapplant werd gedroogd. De meekrap werd geteeld omdat er een rode kleurstof uit te bereiden viel. In de Middeleeuwen was het zelfs een geneeskrachtige plant. De meekrapindustrie is rond 1870 verdwenen, toen men ontdekte dat de rode verf ook uit steenkool viel te halen.

Bron: Plaatsengids.nl.

 

31-08-1858: Algemeen Handelsblad

BREDA, 29 Aug. In den nacht tusschen 27 en 28 dezer, circa een ure, werd door de brigade marechaussee, gestationneerd te Oudenbosch, brand ontdekt. Het bleek, dat deze was ontstaan in het gehucht Stampergat, onder de gemeente Gastel, in de onlangs nieuw gebouwde meestoof, het eigendom van onderscheidene deelhebbers, onder het voorzitterschap van den Heer J. Mastboom, burgemeester dier gemeente. Het geheele gebouw werd al spoedig eene prooi der vlammen. Daar zich op een der zolderingen omstreeks 4-5 duizend mudden turf bevond, was aan blusschen van het gebouw zelf niet te denken, te meer daar de hulpmiddelen tot blussehing ruim 3/4 uurs van daar verwijderd waren; met behulp van weinige daar ter plaatse aanwezige personen is het de brigade marechaussee gelukt, de meeste toestellen der fabriek te redden. De schade door den brand veroorzaakt wordt begroot op f 10,000; het gebouw was verzekerd in de brand-assurantie te Tiel, voor f 15,000. Al hetgeen zich in het gebouw bevond, zoowel turf als meekrap en gereedschappen, dat door de vlammen verteerd is on niet gewaarborgd was, wordt geschat


Rotterdamsch Nieuwsblad, 29-03-1893
De laatste meestoof op Stampersgat (Oud-Gastel) is voor afbraak verkocht.

aanvullingen

trivia

De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad
07-09-1858

Oud en Nieuw Gastel.
(noord-Brabant)
2 Semptember 1858. Omstreeks elf uren in den nacht tusschen den 26 en 27 augustus jl. brak op het gehucht Stampersgat een hevige brand uit in de meekrapfabriek van den heer J. Mastboom en andere deelhebbers.
Het stamphuis werd het eerst door het vuur aangetast en sloeg van daar naar de zoogenaamde koude stoof over, die ook geheel in asch werd gelegd; alleen de toren dienende tot het droogen der meede is behouden gebleven door den buitengewoon ijver der gemeentenaren, geholpen door de voortreffelijke brandspuit der gemeente.
De brand werd eerst in den morgen van Zaturdag den 28 Augustus geheel uitgedoofd. Met de twee opgenoemde gebouwen zijn nog verbrand 7 á 8000 tonnen turf en eenige gereedschappen. De schade aan de gebouwen die alleen tegen brandschade verzekerd zijn wordt op f 11 á 12000 berekend. Met bijzonderen lof moet hier nog vermeld worden A. van Ginneken, drooger in voornoemde meekrapstoof, die zijne eigene meubelen vergetende al zijne pogingen in 't werk stelde om den brand te blusschen en eene groote menigte vaten onberoofd te redden, welk laatste hem dan ook gelukte.
In andere dagbladen is abusievelijk vermeld dat de brand door de brigade Maréchaussée te Oudenbosch zou zijn gebluscht; 't zou overtollig zijn hierover nog verder uitteweiden. De oorzaak van den brand is geheel onbekend.