Molen Grutmolen van Adriaan Couwenberg, Waalwijk

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1682

verdwenen

circa 1705

geschiedenis

Op 22 januari 1682 verkreeg Adriaan Couwenberg octrooi voor een ros-grutmolen met drie paar stenen, namelijk een wanmolen, een waarmee boekweit, haver en gerst tot grutte werd gemaakt, en een tot het malen van boekweit-grutte, haver-grutte en garst-grutte dat tot meel werd "gebroocken".

In oktober 1692 leidde dat tot een conflict met de Heer van Waalwijk, die Couwenberg van onrechtmatige concurrentie voor zijn windmolen beschuldigde. Maar Couwenberg won.

In 1705 echter wist de Heer het recht van de rosmolen naar zich toe te trekken. Anthony van Dam, grutter, had op 29 augustus van de Raden van State der Vereenigde Nederlanden een octrooi ontvangen tot het oprichten van een "paarde-grut oft gortmolen". De Heer van Waalwijk, Maurits le Leu de Wilhem, kwam daartegen bij schout en schepenen van Waalwijk in verzet. Hij was niet gehoord en verklaard werd dat het octrooi van geen waarde was. Van Dam legde zich bij die beslissing neer.

Mogelijk betekende dat tevens het einde van de rosmolen van Couwenberg.

Bron: "De molenaar en zijn windmolens in de Langstraat", De Klopkei 1996. Verzameling H. van der Kaay.