Molen Rosoliemolens bij het Nieuwkerkhof, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Rosoliemolens bij het Nieuwkerkhof
modeltype
rosmolen
functie
oliemolen, trasmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
14995
oude dbnr.
V14995
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
bij het Nieuwkerkhof zuidzijde
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 105725, Y: 425703
N: 51.81777, O: 4.67256

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1816, voor 1827
geschiedenis

Onderstaande tekst is (licht geredactioneerd) afkomstig uit: Draaiende wieken, stappende paarden- Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008, Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

1617: De oliemolen van Jan Dircxz. bij het Nieuwkerckhof werd in 1617 als belending vermeld bij de verkoop van een huis en erf. 

1648: De notarissen en procureurs Van der Camp en Van Bijnaert als voogden over het nagelaten weeskind van Johan Vinck en gemachtigden van mede voogd Anthonij Beeck verkochten in 1648, in belang van dit weeskind, aan Jan Aertsz. de Gelder en Huybrecht de Ras een olijmolen mette huysinge ende timmeragie daer den selven in staende is, met alle de gereetschappen, daer toe behoorende als mette twee paerden ende hoy in den molen ende huysinge zijnde, staende ende gelegen opt Nieukerckhoff tusschen den olijmolen van voornoemde De Ras ende den huyse gecocht bij Willem Abrahams Verhoop aen dandere zijde. Uit deze akte kan opgemaakt worden dat er twee rosmolens naast elkaar gestaan hebben.

1687: Een vermelding uit 1687 van deze molen werd gevonden waarin Anneken de Hulter, weduwe van Crijn Adriaensz. de Buyrt, verklaarde verkocht te hebben aan de koopman Govert van der Burgh, een huys ende erve, mitsgaders een olymolen ende alle ’t gunt daerinne eenighsints aert ende nagelvast is, daer inne begrepen alle het lopende werck, beckens, panne, vaetwerk ende alle ’t gene daeraen eenighsints dependeert. Staende ende gelegen in het Nieuwkerckhoff. De koopsom bedroeg ƒ 1.200 contant geld. Even daarvoor was bij het stadhuis met geklepper opgeroepen, dat een ieder die nog iets te vorderen had van Anneken de Hulter dat moest doorgeven aan de secretaris van de stad. Alle schulden zouden worden verrekend bij de verkoop.

1692: Als belending werd het huis van Johannes van Wageningen vermeld. In 1692 was dit de oliemolen van de weduwe van Johannes van Wageningen. Ook op dat moment stonden er dus nog twee oliemolens naast elkaar. 

1702: Govert van der Burgh verkocht in 1702 het huis en erf met een paerde olijmolen daarinne gelegen aant kerkhof van de Nieuwkerck met verlies aan Johannes van der Burgh, voor ƒ 1.025. Weer werd de weduwe Johannes van Wageningen vermeld als belending.

07-02-1730: Amsterdamse courant

Willem de Both tot Dordregt, presenteert te koop, een dubbelde Paerde Oly-Molen, ook bequaem om Tras te maelen, daer by een Oly Blok met alle zyn toebehooren en drie extra Moolen steenen, alles so goed als nieuw, kan op een gemakkelyke wyze vervoert werden, alzo het water voor het Pakhuys is.

 
16-02-1730: Amsterdamse courant 
Willem de Both tot Dordregt, presenteert te koop, een dubbelde Paerde Oly-Molen, ook bequam om Tras te maelen, daer by een Oly-Blok met alle zyn toebehooren, en drie extra Moolen-steenen, alles so goed als nieuw, kan op een gemakkelyke wyze vervoert werden, alzo het water voor het Pakhuys is.
Aktenummer 1; Folionummer 36v; Soort akte: hypotheek; Aktedatum 13-06-1741; achter het kerkhof nabij de paarden-oliemolen
Schuldeiser: Gerret van Duijnen
Schuldenaar: Jannigje Braamsloot (geb. ca 1695)
anders/geen: Machiel Evenwel (geb. ca 1690)
Buur: Jacob Ruts
Onderpand: huis en erf; geen/onbekend; nieuwkerkhof
Bedrag: ƒ 300
Toegangsnummer: 9 Gerecht van Dordrecht
Bron: Regionaal Archief Dordrecht.

1732: De koopman Pieter Anthonij van Esch liet in 1732 openbaar verkopen aan de meest biedende een seer bequame stercke en wel geapprorieerde paerde olij en trasmolen, pakhuijs ter sijde annex, met steenen gaende werck en verdere ap – en dependentiën. Waarschijnlijk gaat het hier weer om twee naast elkaar gelegen panden, want beijden hebben verscheijde bequaeme solders, waerop ruijm 40 last zaat kan leggen. Verder waren aanwezig drie oliebakken met olie erin, een stal voor acht paarden, een mestbak, een ruime plaats waarop trassteen kan leggen. Alles stond bij de Nieuwe Kerk, naast de looierij van Johan van Nievelt. Er kon tras gemalen en oliegeslagen worden. In kasten konden grote hoeveelheden kleine en grote raap- en kennepkoeken worden opgeslagen. Tevens werden vier grote zware paarden verkocht, zoals een ‘swart ruijnpaard aftands’ en de andere paarden respectievelijk negen, zes en vijf jaar oud. Ingeval één van deze paarden zou overlijden voor de verkoop gesloten was, mocht de waarde van dat paard van de verkoopprijs worden afgetrokken. Voor het oude paard ƒ 48 en voor de anderen respectievelijk ƒ 72 en ƒ 90. De voorraad zaad, tras, olie, droes en koeken mocht nog tot twee maanden na de verkoop in de molen en het pakhuis blijven opgeslagen, zonder dat de koper daar een vergoeding voor mocht vragen. De koopman Johan van der Veer was de hoogste bieder. Omdat niemand anders ‘mijnde’ werd hij de nieuwe eigenaar voor ƒ 1.200.

28-07-1739: Koopman Joan Castendijk verkocht het huis en erf geapproprieert tot paardenolijmolen en trasmolen met pakhuis en alles wat er verder bij hoorde, gelegen bij de Nieuwkerk naast de genoemde looierij van Van Nievelt, voor ƒ 700,- aan Herbert Ruts. In dat jaar stonden ze samen geregistreerd als eigenaar (informatie verstrekt door mw. H.W.G. Blokland-Visser).

Onderstaande informatie is vertrekt door H.C.A. Slagter en M.J. Slagter, januari 2018.

Deze paarden-en trasmolen moet tot op zijn minst 1816 eigendom zijn geweest van leden van de familie Ruts. Deze familie bezat in de 18e en 19e eeuw nog andere molens, te weten de wind-oliemolen ‘de Witte Arend’ aan de Weeskinderendijk, de wind-oliemolen ‘de Oude Ruiter’ en de wind-zaagmolen ‘de Houtklover’ (deels), beide aan de ’s-Gravendeelsedijk. Een kleinzoon van Herbert Ruts, Arend Ruts (1763-1839), plaatste in de Rotterdamsche Courant van 25 mei 1816 een advertentie voor de verkoop van de molen en huizen (zie onder bij aanvullingen).

25-05-1816: Rotterdamsche Courant
Publieke vrijwillige verkooping ... 'van eene hegte, sterke en wel geapproprieerde PAARDEN-OLIEMOLEN en PAKHUIS annex, en naast hetzelve met deszelfs Steenen Gaande Werk, en verdere Ap-en Dependentiën ; beiden, Molen en Pakhuis, voorzien van verscheiden groote en ruime Zolders, geschikt tot berging van 40 á 50 lasten Zaad en veertig duizend ponden Hooi; twee Oliebakken houdende nagenoeg 100 Aamen Olie; ruime Stallingen voor zes Paarden, groote en ruime Koekkasten en Strookast, met een ruime Plaats of Erf, goede Pomp en Loots agter dezelve Molen en Pakhuis; alsmede eene hegte, sterke WONING, met een TUIN en ERF daaragter, bij den Molenaar bewoond, alles staande en gelegen annex den anderen, binnen de stad Dordrecht, bij de Nieuwe Kerk, geteekend C, No 482, 416, 483, 417, 481 en 415; door den Kooper, bij de betaling der Kooppenningen te aanvaarden.
Alsmede van een hegt, sterk en binnen weinig jaren nieuw gebouwd HUIS en ERF, met een groote TUIN daar agter, beplant met uitnemende Vruchtdragende Boomen, gelegen binnen gemelde stad, naast voorschreve Molenaars-Woning, geteekend C. No. 480 en 414; zijnde dit Huis verhuurd aan Nicolaas Schep tot 31 Meij 1817, om f 50,-:- 's jaars; terwijl de Tuin, bij de betaling der Kooppenningen, ter dispositie van den Kooper wezen zal.
Welke beiden Perceelen, den dag der verkooping, eerst afzonderlijk, en daarna gecombineerd, zullen opgehangen en afgeslagen worden.
Welke Panden tot aan den verkoop door een ijder kunnen bezigtigd worden, voorzien van een Toegang-Biljet van den Eigenaar, den Heer Arend Ruts, of van den Notaris Schultz van Haegen.

31-05-1816: De percelen werden op 31 mei van dat jaar verkocht aan Johan Pieter de Joncheere, Carolina Dorothea van de Leeuw en Jan Jz. Smits. In de registers van eigendomsovergang wordt gesproken over vier panden (wijk C414, C415, C416 en C417) en over land, een molen, een pakhuis en een stal bij het Nieuwkerkhof.

 

11-05-1826: Opregte Haarlemsche Courant
UIT DE HAND TE KOOP: Een Paarden OLIE-MOLEN, in welke twee jaren geleden nog een groot gedeelte van het Binnenwerk, zoo als de Blok, Potten, Stampers en Plet-machine vernieuwd zijn, met de daarbij staande Arbeiders  Woning en Gereedschappen enz.; alles gelegen te Dordrecht bij het Nieuwe Kerkhof, en te bevragen bij de Eigenaars. Men kan ook, des verkiezende, het BINNENWERK en de GEREEDSCHAPPEN afzonderlijk koopen.

 

29-12-1827: Joncheere den Bandt & Co verkocht aan Jan Frans van Leen, metselaar, zes panden, C414 t/m C419. De molen wordt daarin niet meer genoemd (bron: Erfgoedcentrum Dordrecht, Toegangsnummer 34: Registers van eigendomsovergang, inv. nr. 2, folionr. 88: overdracht 31 mei 1816 en inv. nr. 7, folionr. 167: overdracht 29 december 1827). 

aanvullingen

trivia

Als waarschijnlijke standplaats van de molen zijn dan ook de coördinaten (bij benadering) van perceel sectie G, nr. 716 gebruikt.

Op basis van de transacties in en na 1816 is vast te stellen waar de molen stond. In de oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT's) bij de eerste kadastrale kaart van Dordrecht (ca. 1832) is de rosmolen niet meer aangetroffen. Echter in de OAT's is bij alle percelen ook het huisnummer opgenomen. De huisnummers wijk C, 414, 415, 416, 417, 418 en 419 komen overeen met de kadastrale percelen sectie G, nrs. 714, 715, 716, 717, 718 en 719 aan de zuidzijde van het latere hernoemde Nieuwkerksplein. In 1832 was de omschrijving van alle 6 percelen 'huis met erf'. Eigenaar van de 5 percelen sectie G, 715 t/m 719 was Jan Frans van Leen, metselaar. De rosmolen had eerder huisnummer C416 en stond dus waarschijnlijk ter plaatse van het pas later gevestigde kadastrale perceel G716.
Het adres 'Nieuwkerkhof' was voorheen de straat rondom de Nieuwkerk, nu Nieuwkerksplein.