Molen Liauckema-molen (1e), Sexbierum/ Seisbierrum

Sexbierum/ Seisbierrum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Liauckema-molen (1e)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
14984
oude dbnr.
V14984
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Sexbierum/ Seisbierrum
plaatsaanduiding
bewesten het dorp
gemeente
Waadhoeke, Fryslân
geo positie
X: 161093, Y: 581271
N: 53.21802, O: 5.47843

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1521 hersteld/herbouwd
verdwenen
omgewaaid
geschiedenis
Deze molen behoorde in 1479 tot de bezittingen van Schelta Liauckama.

Sinds 1521 hadden de priesters, hoofdelingen en dorpsgenoten van Sexbierum een akkoord met moleneigenaar Epa Liauckama, de zoon van Schelta. Daarin verplichtte de laatste zich de molen in goede staat te brengen en houden en die door een molenaar te laten bedienen. In ruil verplichtte de gehele dorpsgemeenschap zich om daar hun graan te laten malen en bovendien betaalden ze 25 enkelgulden aan Epa.
Vier jaar later sloot het naburige dorp Pietersbierum een vergelijkbare overeenkomst met Epa Liauckama. Bijzonder was dat men dus vrijwillig een maalplicht aanging en dat dit niet berustte op een heerlijk recht, zoals bij banmolens.

In 1525 verkeerde de molen in slechte staat, Epa Liauckama ging op aandringen van de dorpsbewoners ging tot herstel over in ruil voor de maalverplichting. Het herstel kwam uiteindelijk bijna op gehele vernieuwing neer.
In een oorkonde uit 1528 betreffende afspraken met Wijnaldum komt naar voren dat Epa Liauckama de oude molen geheel had vervangen, maar dat hij op genoemde datum in 1526 was omgewaaid. De oorkonden uit 1521 en 1525 zijn vrijwel identiek, zodat het eerdere herstel/herbouw al voor de eerste oorkonde moet zijn uitgevoerd.

De herstelde molen woei op 8 februari 1526 om bij een storm met orkaankracht, herbouw volgde.

Bron: O. Vries, Ferdban. Oudfriese oorkonden en hun verhaal (Gorredijk, 2021), nr. 36.
Dick Bunskoeke, 17 maart 2022.

aanvullingen

trivia
(*) Oudfriesche Oorkonden II 324. 1525, april 29.

[Klein stukje van de oorspronkelijke tekst:]
"In dyoe namme Godis amen,
Wy presteren haedlinghen ende heele ghemeente in Petersberum hlye ende bekenne meij dit jenwirdighe breue Dat wy troch graete beede ende fryondscap habbet bewilliget Epa Lyaukama dattir hat weer weer op meytze leeten dyo monle heetende Lyaukama monle to Sexberum ..."

[Transcriptie:]
"In de naam van God, amen. Wij, priesters, hoofdelingen en gehele gemeente in Pieterbierum, verklaren en maken met deze oorkonde bekend dat wij op dringend verzoek en uit vriendschap aan Epa Liauckama hebben toegestaan dat hij de molen te Sexbierum, hetende Liauckamamolen, weer heeft laten opmaken en ook vanwege menigvuldige weldaden die voornoemde Epa ons eerder heeft bewezen. Daarom hebben wij, priesters, hoofdelingen en gemene meente van Pieterbierum, voornoemde Epa uit vrije wil vijftien enkelgulden geschonken, te betalen op Allerheiligen (1 november) in het jaar 1525. Om de molen in stand te laten blijven en in werking te houden en in het bijzonder tot onderhoud van de voornoemde molen nemen wij, voornoemde priesters, hoofdelingen en gehele gemeente van Pieterbierum, voor ons en onze nakomelingen aan dat wij of iemand vanwege ons ons koren nooit zullen brengen of zenden naar een andere molen, klein of groot, om te malen dan alleen tot voornoemde Liauckamamolen op straffe van verbeuring van het koren dat in een andere molen is gemalen, of van de waarde van dat koren, zo vaak als dit gebeurt, en die boete zal Epa Liauckama krijgen of zijn erfgenamen of degene aan wie de molen dan toebehoort of die hem bezit, en wie hierin vervalt, zal naar alle rechten tot deze voornoemde boete veroordeeld zijn, redelijke gronden uitgezonderd. Daarom verplicht ik, voornoemde Epa, mij voor mijzelf en mijn erfgenamen etc. als voornoemd de voornoemde molen in werking te houden zoals dat behoort en betaamt, met alles wat tot de molen nodig is, met een goede molenaar erop, in zoverre de molen in stand blijft, met uitsluiting van alle fout en bedrog en kwaadwillige tegenwerping.
Tot bewijs van de waarheid van deze oorkonde hebben wij, gehele gemeente van Pieterbierum, eendrachtelijk de eerbare en eerzame heer Johan Gerbranda alias Roorda gevraagd deze oorkonde voor ons te bezegelen, wat ik, voornoemde Johan, op voornoemd verzoek en ook voor mijzelf heb gedaan en om nog meer zekerheid hebben wij, priesters en Renick Gerbranda te Fetza en Tiepka Ulkazoon te Epinga dit eigenhandig ondertekend. In het jaar ons Heren vijftienhondervijfentwintig, de negenentwintigste dag van april.
Nicolaus te Pieterbierum, pastoor
Heer Reyner
Heer Juko te Pieterbierum, prebendaris
Tiepka Ulkazoon"

N.B. De handtekening van Renick Gerbranda ontbreekt.
Deze oude tekst is getranscribeerd door Oebele Vries.
Piter Tigchelaar, 8 juni 2015.
-----

Deze aangehaalde oorkonde uit 1525 bevindt zich in Tresoar te Leeuwarden, archief familie thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg inv.nr. 1198, tussen de papieren van Homme van Camstra die in dit archief zijn opgenomen.
De vermeende toestemming is een taal-technisch verhaal waar Oebele en ik dezelfde uitleg aan geven: het “habbet bewilliget” slaat op het instemmen met de in de oorkonde beschreven overeenkomst door de dorpelingen. Het tussengedeelte is een motivatie (het herstel door- en de weldaden van Epa) voor de daarna beschreven gift en verplichting van de dorpelingen. Ten slotte wordt nog de waarborg van Epa beschreven.
Er moet in alle drie gevallen ook nog een tegenoorkonde geweest waarin Epa zijn belofte voor de dorpelingen vastlegde (vanuit zijn gezichtspunt, dus andere volgorde), maar die is verloren gegaan. Op Liauckamastate bewaarde men de papieren kennelijk beter dan in de dorpen, zodat we in elk geval zicht hebben op de overeenkomsten.
Het herstel was kennelijk voorafgaand al uitgevoerd, want de oorkonden uit 1521 en 1525 zijn vrijwel identiek. Je kunt het ook niet zien als een datering van het herstel, maar meer als een motivatie van de verplichting die aangegaan werd.
Dick Bunskoeke, 14 juni 2015 - 19 maart 2020.