Molen Kopermolen van Reyner van Aeswijn, Gramsbergen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1546

verdwenen

circa 1583

geschiedenis

Mogelijk omstreeks 1533 hadden Reyner van Aeswijn, zijn moeder en Johan van Ittersum een schutstal gebouwd op een afgeleide stroom van de Vecht. Deze schutstal kwam in de volgende jaren tot verval, en in 1546 pakte Van Aeswijn de zaak opnieuw aan en bouwde daar toen een kopermolen op.

Uit 1566 is een vermelding van 'Meister Johan Styenborch' de koperslager bekend. Jan Steenbergen was lid van de Drents-Veluwse familie koperslagers, die onder meer ook in Vaassen werkte.

De molen had geen lang leven. Jan Steenbergen pachtte reeds in 1559 een kopermolen te Vaassen, en de molen in Gramsbergen verdween mogelijk in of kort voor 1583 tijdens de verwoesting van Gramsbergen tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

De exacte plaats van de molen is niet bekend, ergens ten noorden of noordoosten van Gramsbergen. Namen als Schutstal of Molenwater zijn daar niet meer bekend. Mogelijk is de Lee geheel of deels hetzelfde als het 16e-eeuwse Molenwater.

Bron: Molens, Mulders, Meesters, H. Hagens, 1978, blz. 315.