Molen Voorste molen, Groenlo

Groenlo, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Voorste molen
modeltype
Watermolen
functie
onbekend
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Slinge/ stadsgracht
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
14789
oude dbnr.
V14789
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Groenlo
beek
Slinge/ stadsgracht
gemeente
Oost Gelre, Gelderland
streek
Achterhoek en Liemers
geo positie
X: 238976, Y: 451266
N: 52.04335, O: 6.61129

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
vernield
geschiedenis
In 1310 blijkt er naast de bekende molen met twee raderen, een andere molen met één rad te zijn geplaatst. De bouwer beloofde hem buiten toestemming van Hendrik van Borculo niet langer dan twee jaar in bedrijf te houden.
Op een Amsterdamse gevelsteen (in de Oudheidkamer te Groenlo) staan beide molens afgebeeld. Boven de woorden INDE STAT VAN GROL staat het molenpand met geheel vooraan en dus het verst van de stad af liggend, de 'achterste' molens ofwel de oude dubbele stadsmolen. Tussen deze en de stadswal, op een soort dam tussen het pand en de stadsgracht, ligt nog een molen, met één rad.

Op de kaart van Jacobus van Deventer van ca. 1560 staat alleen de dubbele molen aan de uitstroming van het molenpand aangegeven. In verpachtingen van 1598 en 1600 aan Gertt Wernsingh wordt echter toch weer een 'Vorenste Molleken mit einen Rade' genoemd. Andere bronnen vermelden de molen niet, maar de gevelsteen maakt het bestaan tot in de tweede helft van de 17e eeuw zeker aannemelijk, mogelijk werd de molen net als de dubbele molen in 1672 vernield.

Bron: Hagens H. "M's Mulders Meesters" 1978 p. 192-193.
-----

De gevelsteen toont de vesting Grol vanuit het westen rond 1576, waarschijnlijk gemaakt naar een ter plekke gemaakte tekening. De gebouwen komen goed overeen met andere afbeeldingen, maar de vestingmuur niet.

In zijn verslag van de belegering van Grol in 1597 beschreef Anthony Duyck twee dammen die het water ophielden: een bij de "uyterste" watermolen, en een dichter bij de stad, bij de watermolen voor de Beltmerpoort.
De vestingbouwkundige Adriaen Anthonisz. rapporteerde in 1605: "Die watermolen staende wel nae by die walle met een nauwe grachte tusschen beyde, dient wel versorcht met een goede palessade." Bij de verbouwing van de vestingwerken door de Spanjaarden (1609-1621) verdween de hinderlijke molen definitief.

Bron: Atlas Groenlo, drs. J.E. van der Pluijm, 2006, blz. 242.

aanvullingen

trivia
De locatie is slechts een ruwe schatting.