Molen (loodwitmolen), Rotterdam

Rotterdam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
(loodwitmolen)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
loodwitmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
14755
oude dbnr.
V14755
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Rotterdam
plaatsaanduiding
Leuvehaven W-zijde,bij de Nieuwe Hoofdpoort
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam-bij de Wester Nieuwe Hoofdpoort
geo positie
X: 92602, Y: 436184
N: 51.91065, O: 4.48036

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De molen staat afgebeeld op een tekening van Jacob Quack uit 1665.
Hendrik Nienhove was in 1644 eigenaar van de molen. Echter in 1646 is de molen verwoest door brand. De molen werd weer herbouwd.
In 1672 moest de molen wijken voor de aanleg van een nieuw bolwerk.
De bezitters Nienhove en Maashoek kregen een aangrenzend terrein voor herbouw aangeboden, maar daar is verder niets van bekend of zij het wel of niet gebruikten._Rotterdams Jaarboekje 1969, J. Rotteveel, no. 59

Het jaarboek geeft geen echte aanwijzing over de aandrijving, maar gezien de opmerking bij de 2 ros-loodwitmolens, zou dit een windmolen geweest kunnen zijn_

aanvullingen

trivia
nb. De coördinaten zijn ingevoerd bij benadering, de molen stond op een bolwerk. na 1672 zijn er nieuwe vestingwerken aangelegd.
de red.

LOODMALERIJ.
Behalve voor de vervaardiging van de kleurstof loodwit werd het uit Engeland en Wales geïmporteerde lood gebruikt als grondstof voor de potten- en tegelbakkers ten behoeve van het samenstellen van hun glazuur.
En omdat het metaal („blok- of potlood") alleen in poedervorm bruikbaar was in de werkplaatsen der ceramiek, werd het eerst op een „potloodmolen" gemalen.
Nu stond er te Rotterdam omstreeks 1630 zo'n metaalmolen op het bolwerk bij het Nieuwehoofd, ten westen
van den mond der Leuvehaven, op stadsgrond dus. Hij werd toen gezamenlijk bemalen door den linnenlakenkoopman Hendrick Gerritsz. Nienhove en den koperslager Cornells