De korenmolen van Willige Langerak stond aan de Lekdijk, in het gedeelte van deze voormalige gemeente dat thans tot Lopik behoort, in het uiterste zuidwesten van de huidige provincie Utrecht (tegen de gemeente Schoonhoven (ZH) aan).
De molen stond min of meer tussen twee wielen, waarvan de meest oostelijke (gelegen tussen Lekdijk en Tiendweg, langs de Graaf Floris IV-weg) nog bestaat.
Andger van der Land, 23 mei 2010
1571: Bouwjaar voor 1571.
Was vermoedelijk een wipmolen.
Gerrit Keunen, 11 maart 2014.
18-07-1694: De molen wordt genoemd in een akte van 18 juli 1694. Er wordt een hypotheek gegeven op "een wind koornmolen anexe huizinge en verdere betimmeringe staande te Willige-Langerak op de Hogendijk omtrent de Wiel".
21-01-1726: Kerkenraad
Alsoo den 21 Januari de Lekdijk is doorgebroken bij de Veerstoep beneden
Schoonhoven, en boven Schoonhoven bij de Koornmolen van Willige Langerak,
en daar door onse Kerke is geinundeert den 3 Februari, (sijnde den 27 January
nog gepredikt)
Bron: deel van een kopie van het originele verslag uit het kerkenraadsboek, geschreven door de toenmalige Gouderakse predikant ds. Johannes van Zuren.
“De watersnood van 1726
Ook het jaar 1726 bracht een watersnood. Na hevige vorst en sneeuwval, gevolgd door
dooi, brak op 21 januari de Lekdijk op twee plaatsen door: bij de Veerstoep van
Schoonhoven en bij de korenmolen van Willige Langerak. Hierdoor liepen de Lopiker en de Krimpenerwaard onder water.
Op zondag 27 januari kon men nog kerk houden in Gouderak; een week later was de kerk echter ontoegankelijk geworden door het binnengestroomde water. Op 27 februari riep ds. Johannes van Zuren de kerkenraad, twee kerkmeesters en drie schepenen bij elkaar in de herberg “Het Princehof”, (nabij de veerstoep) van ouderling Ary de Baars.
Men besloot drie afgevaardigden naar Moordrecht te sturen, met de vraag of Gouderak hun kerk mocht gebruiken. Daarop gingen ouderling Jan de Jong, diaken Eldert Versluys en kerkmeester Leendert van der Steen naar de pastorie in Moordrecht, waar hen het gebruik van de dorpskerk welwillend werd toegezegd, voor de zondagavonddiensten van 5 uur. Men kreeg ook toestemming om de collecten die men in deze diensten inzamelde, te gebruiken ten bate van de kerk en armen van Gouderak. En: " de diakenen en kerkmeesters is te dien eind sitting vergunt in ’t Hekje. Met andere woorden: ook de Gouderakse ambtsdragers mochten op de speciale banken binnen het doophek plaatsnemen!
Zo keerde de kerk van Gouderak, bijna 60 jaar na haar afscheid van Moordrecht, voor even terug naar haar “moedergemeente”. Van 3 maart tot en met 14 april hield men de kerkdiensten in de dorpskerk. Tijdens de laatste dienst in Moordrecht op 14 april “eyndigde de Predikant sijn Lovreden met ene dankzegging en Zegen aan, en over die van Moordregt.” Op Eerste Paasdag 21 april werd het H. Avondmaal weer in Gouderak gehouden.”
Vermelding in het boek “Uijt het quartier van Gouderak”, kroniek van een dorpskerk,
Uitgave: Hervormde gemeente Gouderak 1658-2008.
Auteurs: A. Uitbeijerse, ds. A. Schroten.
Nederlands, hardcover, ISBN 9789089830029, druk: 1, 320 pagina's.
27-05-1726: 's Gravenhaegse courant
Dykgraefen Hoogheemraden van den Lekkendyk Beneedendams, zullen Woensdag den 26 Juny 1726 ,'s namiddags ten 2 uren ,int Heeren Logement tot Jaersveld, publyk aen de minst aenneemende besteeden, het Digt- en Opmaken van een stuk Dyks, doorgebroken in den laetsten Watervloed ,in den Lekkendyk omtrent de Koornmolen van Willigt Langerak, boven de Stad Schoonhoven.
Nog zullen welgemelde Heeren ten zelven dage, uure en plaetse, ook aenbesteeden het
Wederopmaken en Herstellen van eenige Dyken, die door 't hoog water overstroomd en aen de binnenkant afgeslagen en beschadigd zyn.
En die inmiddels geneegen mogt zyn de Conditien van Aenbesteedingte weeten kan zig vervoegen tot IJsselsteyn by den Heer Franko van Meerland, Hoogheemraed en Cameraer; tot Ameyde by de Heer Byland, Hoogheemraed; en tot Utrecht by Mr. Joan Carel Loten, Secretaris van Welgemelde College; of ook tot Jaersveld by den Dykmeester Eycke, by den welken ook te vinden zyn de Nummers van de afgeslage Dyken.
16-04-1807:
Overdracht na verkoping. Verkoper Lambertus Engelen korenmolenaar te W.L. zegt te willen verkopen zijn windkorenmolen te W.L. aan de buitenkant van de hogendijk bij het Gat.
23-11-1810: Utrechtsche courant
Openbare verkoping van de koornmolen te Willige Langerak, met huis, schuur en een boomgaard en akkerland, op den 15 van Wintermaand 1810, des avonds ten vijf uuren in het Gerechthuis aldaar, formatie te bekomen bij Mr. Otto Braet, te Schoonhoven.
Bron: inventaris van het Oud-rechtelijk archief van Willege-Langerak.
Erik Stoop, 28 januari 2014.
Deze 'Koornmolen' staat aangegeven op de 'Generaale Land-kaarte van den Loopicker-Waard' van Hattinga uit ca. 1771. Zie Beeldbank Nationaal Archief.