De voorloper van de huidige molen was een standaardmolen en stond ten westen van de Kennemerpoort. Eerder stond een voorganger van die molen aan de oostzijde van de Kennemerpoort. Vanwege de omliggende bebouwing rond die voorganger werd rond 1606 een nieuwe standerdmolen aan de westzijde van de poort gebouwd, op het bolwerk.
Marci Zuerii Boxhornii publiceert in 1632 nog een kaart waar beide molens gelijktijdig op staan. Het exacte jaar van vervaardiging is niet bekend en kan veel eerder liggen. Deze voorganger is dus in ieder geval niet verplaatst naar de westzijde van de Kennemerpoort, maar is vervangen door een nieuwe molen. Op de kaarten van Joan Blaeu uit ca. 1650 is deze voorganger aan de oostzijde van de poort wel verdwenen.
-----
Aan de zuidwestkant van Alkmaar tekende Van Deventer maar 1 molen (ten noorden van het Leprosi, oftewel Lazarushuis) en na het beleg staat bij Drebbel hier maar 1 molen binnen de muren, deze molen. Dan is het helder dat de molen bij Van Deventer dezelfde molen is als de latere molen De Groot.
Pim van der Wijk, 28 sept. 2016.
Toelichting op onderstaande afbeelding:
Deel van de kaart van C. Drebbel uit 1597. In het midden de Kennemerpoort, ten oosten daarvan de molen De Groot op de oorspronkelijke plek op de wallen. De opvolger werd gebouwd op het bolwerk ten westen van de poort.
-----
365. 1576, juni 16. Cornelis Heyndricxsz. Rabbi en Cornelis Reijersz., schepenen in Alckmaer, verklaren dat Symon Aelbertsz. Molenaer, verkocht heeft aan de stad Alckmaer, een vrij erf buiten de Vriessepoirte aan de stadscingel, belend ten zuiden de cingel, ten noorden Jan Stoecken weduwe, stellende ten onderpand zijn huis en halve molen, gelegen binnen de stad upt Nyeuwelant, belend ten zuiden de stadswal, ten noorden die Bagijnenweijt, ten oosten de Nyeuwelander erven. Met 2 zegels. Inv. nr. 1422.
465. 1583, juli 30. Harck Jansz. Mijnheer en Jan Cornelis Comes, schepenen in Alckmaer, verklaren dat Symon Aelbertsz. Moelenaer, voor de ene helft, en Reijer Jacobsz. en Claes Jansz., buurlieden te Uytgeest en erfgenamen van Jacob Pietersz., voor de wederhelft, verkocht hebben aan burgemeesters, een leeg erf op de oostzijde van de Quaeckelbregge, zijnde het zuidelijke erve, groot 14 roeden 7 voeten 6 duim, belend ten zuiden de stadsvesten, ten oosten de gang van de achtererven, ten noorden Neel Jillen, ten westen de straat van de Quaeckelbregge, stellende de eerste verkoper ten onderpand zijn meelmolen, huizinge en erve bewesten het Nyeuwelandt, belend ten oosten de erven van het Nyeuwelandt, ten zuiden de stadswalle, ten westen en noorden de Bagijnenweijdt. Met 2 zegels. Inv. nr. 1444.
Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.
