Molen Zaagmolen van Jan Dircksz. Prins, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Zaagmolen van Jan Dircksz. Prins
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12508
oude dbnr.
V5032
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
aan weg en Zaan, iets ten noorden van de nog bestaande meelmolen De Bleeke Dood
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115918, Y: 498411
N: 52.47204, O: 4.81203

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
De molen was ingericht als balkenzager.
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1629 - 1635
geschiedenis
Deze zaagmolen die nooit een naam heeft gehad behoorde tot de allereerste molens in Zaandijk. De molen die vrijwel zeker van het type paltrok was, komt voor het eerst naar voren op 8 mei 1601. Op die dag legde Pieter Jansz. uit Zaandijk een bekentenis af, dat hij schuldig was aan Gaef Jacobsz., een bedrag van Fl.485,- voor 1/3 aandeel in een houtzaagmolen wat hij van hem gekocht had. De molen stond ten noorden van de kalkovens op Zaandijk. Deze kalkovens waren het bezit van Gaef Jacobsz.
Op 14 september 1614 kocht Jacob Hendriks, de helft in deze houtzaagmolen voor Fl.644,-. Vermoedelijk zou later de zoon van deze Jacob Hendriks, Hendrik Jacobsz., een oliemolen oprichten onder de naam de Ooievaar, iets ten zuiden van de houtzaagmolen. Later bezat Hendrik Jacobsz. ook aandelen in de houtzaagmolen. Op 22 februari 1624 kocht Hendrik Jacobsz. een vierde part in de molen voor Fl.410,-. Niet lang daarna komt de molen in andere handen.
In 1626 verkocht de Koger Evert Theunisz. twee schuldbekentenissen die moesten worden voldaan door Jan Dirksz. Prinsen, aan Jacob van Manken uit Amsterdam. Jacob Prinsen had van Evert Theunisz. een kwart aandeel in de houtzaagmolen gekocht.
De laatste keer dat de molen van zich doet spreken is op een kaart uit het jaar 1629, Jan Prinsen was toen nog steeds eigenaar van de molen. Kort daarna verdween de molen, op een kaart uit 1635 komt de molen niet meer voor.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 248
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 25-26
F. Rol
-----

Pieter Jansz uit Zaandijk bekende op 8 mei 1601 voor schout en schepenen van de Banne van Westzaanen, waartoe het dorp Zaandijk behoorde, dat hij f. 485,- schuldig was aan Gaeff Jacobsz wegens de koop van 1/3e part in een houtzaagmolen met bijbehorend erf. Dit perceel lag in het zgn. Papenweer in Zaandijk en werd ten zuidwesten en ten noorden belend door Aris Jansz en ten oosten door Pieter Jansz zelf . Van Gaef Jacobsz is bekend dat hij ook eigenaar was van de kalkoven, die in Zaandijk stond. De genoemde houtzaagmolen wordt niet vermeld in Duizend Zaanse Molens. In de transportregisters van de Banne Westzaanen wordt de molen diverse malen genoemd. Er was een levendige handel in parten van de houtzager, waarbij de familie van Gaeff Jacobsz een belangrijke rol speelde.
Al op 14 september 1614 kocht Jacob Heynderickx ‘van Alkmaar nu wonende op ’t Saendijck’ de helft in de houtzaagmolen met ’t halve huys, en halve erff, belent aan die Suytsyde die Kalkoven ende an de noortsyde Claas Willemsz’. Hij betaalde f. 644 Carolus Glds . Uit latere actes blijkt de achternaam van Heynderickx Rebel te zijn . Niesgen Jacobsz, de zuster van Gaeff en Heynderick Jacobsz. en weduwe van Symon Willemsz verkocht in 1613 al een kwart part van de molen aan Jan Jansz uit die Middel voor f. 300,- . Zij was kennelijk voor de helft eigenaar van de molen, want op 22 februari 1624 kocht haar broer Heynderick als voogd over zijn zuster en haar kinderen nog een vierde part in de molen en bijbehorende damschuit voor f. 410,- en nog eens voor f . 300,- bijbehorende losse goederen. Zeven maanden later verkocht Gaeff deze aandelen weer met een tientje winst .
De laatste transporten vonden plaats in 1626 toen Evert Theunisz, een lakenkoopman uit Koog, twee kustingbrieven ter waarde van f. 176,-, die ten laste van Jan Dirksz Princen ‘vanwege die houtzaagmolen bij de kalkoven’ waren uitgeschreven, aan Jacob van Manken uit Amsterdam verkocht. Theunisz had de waardepapieren op 4 mei van dat jaar ontvangen toen hij Prinsen een kwart part in de molen verkocht. Hierna werd de houtzaagmolen, die nooit een naam droeg, niet meer aangetroffen .
Om wat voor type molen het ging is onbekend, maar uit de lage prijzen die steeds betaald worden kan geconcludeerd worden, dat het om een paltrok ging.
Van deze molen vermoedde de Zaandijker historicus Gerrit Jan Honig in een artikel in De Zaende (1951) dat hij identiek was aan de Braziliemolen. Dit was een verfhoutmolen aan weg en Zaan tegenover de plaats, waar later de Beeldentuin zou worden aangelegd. Door de vondst van de reeks verkoopactes is deze stelling echter niet langer houdbaar. De houtzaagmolen stond ten zuiden van de kalkoven en deze lag aan het Guispad. Bovendien zijn kopers en verkopers van de molenparten anderen dan de eigenaren van de verfhoutmolen
Pieter Jansz, de eerste bekende eigenaar, was waarschijnlijk Pieter Jansz Stijfselmaker, de stamvader van het geslacht Van der Ley. Deze familie zou de grondlegger worden van de papiermakerij in de Zaanstreek en vooral Zaandijk, maar was ook actief in de verfmalerij en de olieslagerij. Zo had hij belangen in de Braziliemolen.
Met de vondst van de schuldbekentenis ontdekte J.W. van Sante, archivaris van de gemeente Zaandam, in 1954 de derde houtzaagmolen, die in de Zaanstreek gebouwd werd. Slechts Het Juffertje, dat in 1596 door Cornelis Cornelisz van Uytgeest werd geconstrueerd en van een door hem uitgevonden krukas werd voorzien en op een vlot naar Zaandam getransporteerd, en een houtzager in Assendelft, die in 1600 in een schuldbekentenis werd gevonden, zijn van oudere datum.

Tekst: Ron Couwenhoven, 10 mei 2012.

NB Er is mogelijk wat verhaspeling met dbnrs. 12431 en 15999.

aanvullingen

trivia
De aangeduide locatie op Google Maps is een (betrouwbare) benadering, de exacte locatie van het oude molenerf is niet meer terug te vinden.