Molen Runmolen zonder naam, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Runmolen zonder naam
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
runmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
12503
oude dbnr.
V5093
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Iets ten noorden van de nog bestaande meelmolen De Bleeke Dood
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Zeer waarschijnlijk heeft er op Zaandijk ook een runmolen gestaan, alhoewel het bewijs daarvoor wel vraagtekens oproept. Het is beslist niet onwaarschijnlijk dat deze runmolen dezelfde is als de eerste verfmolen in Zaandijk, “de Braziliëmolen”.
Op 18 december 1659 verkocht Adriaen Gerritsz. aan Aris Pietersz. het volgende:”een vierde part van seeckere molen met zijn erven en opstaende huysinge van rinschuyren”, deze molen werd belend ten noorden de eigenaars van de Braziliëmolen, verder werd er die dag een veertiende aandeel verkocht in de runmolen “de Rietvink” die stond in Westzaandam. Om welke molen het nu precies gaat wordt niet duidelijk, wel is er sprake van dat de molen was omgeven door “rinschuren”, wat dat ook mogen zijn.
Op 11 september 1655 wordt de molen nogmaals genoemd tijdens de voorbereidingen van de bouw van de meelmolen “de Bleeke Dood”.
Er wordt dan het volgende opgeschreven:”aen de molen aen de westkant van de Saen, die aldaer wort geset op de plaetse ende fondament daer de Ruinmolen heeft gestaen”.
Ditmaal zou de molen dus verward kunnen zijn met de voorganger van “de Bleeke Dood”, “de Ooievaar”.
De molen wordt voor het laatst genoemd op 27 februari 1670, wanneer Adriaan Pietersz. van der Ley, het erf waarop de runmolen heeft gestaan verkocht.

Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 27
- “Zaanlandsch jaarboek” G.J. Honig en S. Lootsma 1934 blz. 121
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 4-14
F. Rol
-----

In Zaandijk heeft ook een runmolen gestaan. Dit was een bedrijf, dat eikenschors fijnmaalde. Het product werd onder andere gebruikt voor het tanen van zeilen. Eén van de deelnemers in deze molen was Adriaan Gerritsz van Someren, die ook bekend was onder de naam Adriaan Pietersz van der Ley. Op 18 december 1859 verkocht hij 1/4e part ‘in een molen en erven met opstaende huysinge en rinschuur’ in Zaandijk ‘belend ten zuiden door de weduwe Pieter Cornelisz Emaus en ten westen door de eigenaren van de Braziliemolen’. Deze was eigendom van zijn familie. Koper was zijn broer Aris Pietersz, die f. 500,- betaalde voor het aandeel, waarvoor hij ook nog 1/4e part ontving in De Rietvink, de runmolen aan het Kerkerak in Westzaandam.
Acht maanden later, op 26 augustus, deed Van Someren nog 1/23ste part in de runmolen en 1/23e part in de meelmolen De Dood in Zaandijk van de hand. Dit deed hij namens zijn dochter en de koper was dit keer Mayndert Garrebrants. Op 27 februari 1670 bleek de molen verdwenen. Toen kocht Cornelis Adriaansz van der Ley voor zijn vader Adriaan Pietersz. van der Ley – dus de man die ook als Van Someren bekend was - voor f. 200,- een ‘erf, waarop de runmolen heeft gestaan’ .

Tekst: Ron Couwenhoven, 10 mei 2012.

aanvullingen

trivia
Runmolen zonder naam, achtkante bovenkruier met schuren, te Zaandijk iets ten noorden van de nog bestaande meelmolen “de Bleeke Dood”. Bouw- en sloopjaar onbekend.