Molen Zaagmolen van Pieter Ghijsen, Koog aan de Zaan

Koog aan de Zaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Zaagmolen van Pieter Ghijsen
modeltype
Onbekende windmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12433
oude dbnr.
V3708
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Koog aan de Zaan
plaatsaanduiding
aan de Zaan wz., halverwege de kerk en de Mallegatsluis
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115846, Y: 496631
N: 52.45604, O: 4.81117

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Tussen het jaar 1610 en 1625 verrezen de eerste industriemolens aan de Zaan. De gegevens over deze molens zijn schaars. Ook hebben de meeste van deze molens maar kort bestaan. Dit zal er ongetwijfeld mee te maken hebben gehad dat zich in die periode de dorpskernen van Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk en Wormerveer begonnen te ontwikkelen. Hierdoor kwamen deze molens in de verdrukking. Het is zeer goed mogelijk dat een aantal van deze molens toen is afgebroken en verplaatst naar het vrije veld achter de Zaandorpen. Hiervoor zijn echter geen concrete bewijzen voorhanden.
Deze vroege industriemolens zijn ingetekend op twee kaarten uit 1629 en 1635, vandaar dat hun bestaan bekend is.
De molen van Pieter Ghijsen stond aan weg en Zaan ten noorden van de Alexanderbrug. De molen komt voor op de kaart uit 1629 met als eigenaar Pieter Ghijsen en zijn compagnons. In 1635 was de molen verdwenen. Hoe en wanneer dat precies gebeurde is niet bekend.

Bron:
“Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 247
F. Rol, Zaandijk.
-----

In 1629 stond tegenover het Blauwe Arendspad in Zaandam een zaagmolen aan de Zaan. Eigenaar was Pieter Ghijsen, die vooral bekend was als scheepsbouwer. Deze molen werd vermeldt op een kaart, die in dat jaar werd gemaakt. Aan de hand van deze kaart maakte Pieter Boorsma een molenlijst, die hij in bijlage 1 van zijn standaardwerk Duizend Zaanse Molens publiceerde.
Op de kaart stond de molen ten noorden van de Mientensluis. Deze sluis werd zes jaar later vervangen door de Mallegatsluis, die iets noordelijker kwam te liggen.
Boorsma vermeldde in de zeer korte beschrijving van de molen dat het om de bovenkruier De Dickert ging. Dit is echter een vergissing. In zijn beschrijving van De Dickert concludeert Boorsma zelf al dat de molen pas op 12 mei 1672 in de stukken voorkomt. Weliswaar was hij toen ook in het bezit van de familie Ghijsen, maar van De Dickert werd de verbandacte gevonden.
Op 22 oktober 1664 werd het windrecht voor de zaagmolen De Dickert verstrekt aan Jan Dircksz Dicker, waarmee gelijk de naam van de molen werd verklaard. Dicker woonde volgens de acte overigens aan het Zuideinde in Westzaan en hij bouwde zijn molen in Koog ‘op eigen grond.’
Het kan dus onmogelijk juist zijn dat De Dickert in 1629 al op zijn erf stond. De zaagmolen van Pieter Ghijsen moet dus een andere molen zijn geweest.
De scheepsbouwer was er in 1635 nog steeds eigenaar van. Dat blijkt uit het ‘Caartboek van de Langte en Breete der erven, werven en landen, liggende aan de Westzijde van de Zaen in de banne van Westzane.’ Deze kaart werd gemaakt door de landmeters Jan Jansz Backer en Dirck Taemesz van der Does en gemeten met de hontsbosse maet op last van Appolonius Schotte en Leonardi Casembroot, raeden van de Hooge Raede in Hollandt en de dijkgraaf en hoogheemraden van de uitwaterende sluizen van Kennemerlandt en West-Friesland.

Tekst: Ron Couwenhoven, 10 mei 2012.
-----

De windbrief die op 22 september 1616 werd afgegeven aan Pieter Gijsen, hoort vermoedelijk bij deze molen. De windpacht bedroeg ƒ 2,50 per jaar, en Willem Arisz was mede-eigenaar.
Landmeter Dirck Langedijck tekende het erf op zijn kaart van buitendijkse Zaanerven, maar toen zijn collega's Jan Jansz Backer en Dirck Tadeusz van der Does in 1635 hun kaart tekenden stond de molen er niet meer.

Bron: "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 182.