Molen De Meisterinne, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Meisterinne
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12375
oude dbnr.
V12375
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
mogelijk buiten de Vuilpoort aan de dijk
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 104683, Y: 424953
N: 51.81093, O: 4.65756

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Onderstaande informatie is gebaseerd op Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008, Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

De Meisterinne is de oudste met naam gevonden molen van Dordrecht. Veel is er niet bekend over deze molen. De Dordtse geschiedschrijvers Van Balen, Van Dalen en Lips zwijgen over deze molen. In een akte uit 1420 (zou ook 1421 kunnen zijn), opgedoken door Grol en Zondervan-Van Heck, wordt deze molen met naam genoemd. Op 3 maart van dat jaar kwamen Gheraet van Bennenbroec en Beatris Jan Maleghusdochter voor de schepenen van Dordrecht en verklaarden dat zij met elkaar in het huwelijk zullen treden. Zij gaven elk hun bezittingen op. Beatris was degene die het meest bezat, onder andere land gelegen in Zwijndrecht ‘in die Sandelingh in Hen(dricks) Pieter Outlants Ambacht’ en aan de Devel, in Vierambacht, in Dordrecht en in het ambacht Tolloysen. Bovendien geeft zij de helft van een windmolen en toebehoren op, ‘die men heet die Meisterinne staende bi der stede van Dordrecht mitte eenre helft van sulken hofstat als si nu op staet’. Als laatste gaf zij nog de helft van een huis in Dordrecht aan de ‘poirtzide tusschen den husinge die men noemt Den Lupaert aen deen zide ende den husinge die men noemt Zwartenborch aen die ander zide’.

Uit deze akte valt geen ligging, soort en functie van de molen op te maken, maar dat het een standerdmolen in gebruik als korenmolen betrof, ligt voor de hand.


Grol en Zondervan-Van Heck veronderstellen dat de molen buiten de Vuilpoort in de Adriaensbuurt moet hebben gestaan omdat dat het enige bebouwde deel buiten de stadsmuren is op de eerste kaart die Jacob van Deventer in 1545 van Dordrecht maakte. Deze veronderstelling gaat echter voorbij aan een rampzalige gebeurtenis: Rond 19 november 1421 werd het land getroffen door de Sint Elisabethsvloed. Rond Dordrecht braken daarbij meerdere dijken door rond de Grote Zuid-Hollandse waard, die daardoor uiteindelijk geheel onderliep en zeker 100 jaar min of meer onder water bleef staan. Vanaf dan werd Dordrecht omringd door water met slechts een klein deel buiten de Vuilpoort wat nog droog lag, zoals ook geschetst door Van Deventer. Echter voor de vloed, en dus ook ten tijde van de huwelijksvoltrekking van Gheraet en Beatris, werd de stad geheel omringd door droog polderland. De hofstede met de molen kan dus overal rond de stad hebben gestaan. Wel op Dordtse stadsgrond gezien de aanduiding 'bi der stede van Dordrecht', dus globaal in het gebied tegenwoordig bekend als de 19e eeuwse ring. Dat Beatrijs land bezat in Tolloysen bevestigt ook dat het huwelijk voor de Sint Elisabethsvloed plaatsvond, want dit dorp is door de (nasleep van de) vloed volledig onder water verdwenen. Dat de molen na 1420 niet meer genoemd wordt, maakt het waarschijnlijk dat de molen de Sint-Elisabethsvloed niet heeft overleefd, dan wel dat (een eventuele bruikbare rest van) de molen na de vloed verplaatst is naar droog land.

Tegelijkertijd is het toch mogelijk dat de molen daadwerkelijk aan de dijk buiten de Vuilpoort stond. Deze dijk is nu nog terug te herkennen in het tracé Prinsenstraat-Sluisweg-Hoge Bakstraat. Op een altaarstuk dat rond 1490-1495 werd gemaakt met als onderwerp de ramp van 70 jaar eerder, staat prominent op de voorgrond een standaardmolen op deze dijk. Ook dit sluit vernietiging van de molen bij de ramp niet uit: een grote dijkdoorbraak vond plaats bij de dam in de Dubbel, ongeveer waar nu de spoorlijn en de Hoge Bakstraat samenkomen. Als indicatie van een mogelijke locatie is dan ook gekozen voor een positie aan de dijk tussen de latere molens De Buijserinne en De Backerinne Red.