Molen Suytwintcorenmolen, Schiedam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1383

verdwenen

voor 1683

opvolger

Schiedam (De Steene Moole)

geschiedenis

Op blz. 25 van het boek "Geschiedenis van Schiedam" van drs. G. van der Feijst, staat:
In het charter van 27 maart 1383 komt 'eenen moolenwerff, die geleegen is bij den poirthuijse, daer men te Rotterdamme wairt gaet enz."
Uit de verdere beschrijving gaat het hier om 'de Suywintcoornmoole', staande op het lage deel van de Koemarkt.
In hetzelfde boekstaat een toelichting: "De Zuidmolen en stond aan het einde van de Hoogstraat nabij de Rotterdamse Poort. Het meest duidelijk weergegeven op de hierna meegezonden detail-afbeelding van de Kaart van Boxhoorn uit 1632.
Is gebouwd omstreeks 1383.
Type: Volgens de kaart van De Gheyn een houten standaard molen.
Functie: Bakkersmolen.
Is in 1683 afgebroken en vervangen door de Steenen Molen en later -iets verderop- door Molen de Meyboom.
Info: Marius van Meurs, 20 mei 2016.

-----

Vincent Laurensz van Palesteyn, wonend aan de Leytsendam, was samen met Huijbert Crijnen uit Waddinxveen (Crijns van Dijk, Huijbrecht, van Eijck) vanaf 1643 de eigenaar van Houtzaagmolen De Salamandert, in dat jaar gebouwd.

Een jaar later heeft hij een eigen houtzaagmolen, aan de overkant van de Vliet, welke in 1647 afbrandt. Hij verhuist dan naar Schiedam.

Koopt op 14 december 1647 van molenaar Jan Leendertsz[i] een coornmole te Schiedam bij de Rotterdamsepoort, met een paard en wagen, een rosmole aan de Vest en een huis en erf op het Rotterdamse Veer, dat nu gehuurd wordt door Claes Claesz. De coornmole genaamd de Zuidmolen is belast met een bedrag van 2400 gld. en vier kleinere bedragen, waarvan de renten toekomen aan de kerk van Schiedam, de Catusers buiten Delft, het weeshuis en de stad Schiedam.[ii] De overeenkomst wordt op 11 mei 1648 vastgelegd.

Verklaart op 2 maart 1651 aan Cornelis Dircxsz. van der Sloot en Bastiaen Meesz., beiden ook molenaars binnen Schiedam, verhuurd te hebben een Coorenwintmole genaamd "de Suijtmole" en een huis en rosmolen, alle staande en gelegen bij de Rotterdamse poort binnen Schiedam, en wel voor de tijd van vijf jaren, vanaf mei 1651 en eindigend in mei 1656, voor 324 gulden per jaar. Te betalen in twee halfjaarlijkse termijnen, het eerste halfjaar eindigt op Allerheiligen 1651.

Op 16 november 1652 verkoopt Vincent een rosmolen met erf bij de Rotterdamsepoort in Schiedam aan Claes Cornelisz, voor ƒ 200 in gereed geld.

Vincent van Palesteijn, dan wonende in Leiderdorp, verkoopt op 17 mei 1659 aan Claes Cornelisz. Bijl in Schiedam een korenwindmolen genaamd de Zuidmolen met alle gereedschappen, de grond, een huis en erf met stalling daarnaast gelegen omtrent de Rotterdamse poort. Alles volgens de oude waarbrieven, waarvan de jongste is van 11 mei 1648. De molen wordt verkocht voor 4150 gld, te betalen met 1000 gld gereed en de rest of 3150 gld in termijnen van 525 gld per jaar.[iii]

[i] Oud-rechterlijk archief van Schiedam, no. 343, 22 juni 1647 - 22 december 1654.

[ii] Notarieel archief Rotterdam, 14 december 1647.

[iii] Oud rechterlijk archief van Schiedam, giftenboek, inv.nr. 344 (1655-1659).

Informatie van Albert de Jong, 30 december 2019

nog waarneembaar