Molen Het Varken, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Varken
modeltype
Wipmolen
functie
volmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12089
oude dbnr.
V404
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 12089 Het Varken (Dordrecht)
uitsnede, het gaat om de linker molen, rechts is de Nachtegaal

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
aan de Noordendijk, binnendijks, iets ten oosten waar nu de Oranjelaan is
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 106700, Y: 424990
N: 51.81144, O: 4.68680

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Bron onderstaande tekst: C.J.P. Grol, J. Zondervan-Van Heck, 'Draaiende wieken, stappende paarden, Molens op het Eiland van Dordrecht', jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht

Eigenaren:
GILLIS JANSZ van der HULCK
06-12-1644 Gillis Jansz. van der Hulck kreeg  toestemming van het stadsbestuur om een nieuwe windvolmolen te stichten op de grond van de Merwede op een daartoe aangewezen plaats. Hij kreeg vrijdom van de wind (hij hoefde geen belasting te betalen voor het gebruik van de wind) en kreeg ook nog een subsidie van ƒ 600 om de grond bouwrijp te maken. Voorwaarden waren dat de molen altijd als volmolen moest worden gebruikt en als het vollen van laken zou afnemen door gebrek aan vraag, zou het stadsbestuur beoordelen of de molen zou mogen stoppen met dit werk en daarna aangepast zou mogen worden voor ander soort werkzaamheden. Dan zouden ook andere belastingen geheven worden

GEERTRUIJ LEENDERTSDR van den HATERT weduwe van Gillis van der Hulck, Johannes van der Hulck, Maerten Gillis van der Pijpen
Geertruij van den Hatert, weduwe van Gillis Jansz. van der Hulck, Johannes van der Hulck en Maarten Gillis van der Pijpen verkochten op 2 maart 1654 aan Neeltgen Jansdr., weduwe van Jacob Pieterse, een windwipvolmolen met alle toebehoren voor ƒ 4.000, ƒ 1.000 contant en alle jaren daarna ƒ 1.000 af te lossen, 5% interest over de uitstaande schuld. Zij moest de molen als onderpand verbinden.

NEELTGEN JANS, weduwe van Jacob Pieterse, in leven molenaar op Het Varken
10-02-1677  Neeltgen Jansdr. verscheen voor notaris Arent van Neten en verklaarde voor hem en getuigen dat zij zich gezond van lichaam voelde en volstrekt ‘compos mentis’ (helder van geest) met betrekking tot haar verstand in denken en manieren, maar desalniettemin de notaris en getuigen openlijk wilde wijzen op haar overdenkingen betreffende de broosheid des tijdelijken levens, de zekerheid van de dood en het onzekere uur daarvan. Daarom wilde zij haar testament maken met onder andere daarin dat haar zoon Willem Jacobsz. en de zoon van haar overleden dochter Crijntge Jacobs, genaamd Staes Dirxsz. ieder de helft in de volmolen zouden krijgen. Bij vooroverlijden hun wettige erfgenamen. 

WILLEM van der KOOGH
10-02-1677 Willem Jacobsz. verklaarde in tegenwoordigheid van zijn moeder, voor de notaris, dat hij de volmolen voor zes jaren in huur accepteerde. De huursom zou ƒ 300 per jaar bedragen, ingaande 10 februari 1677. 

JACOB WILLEMSZ van der KOOGH ½, THEUNTGEN HENDRICX VERNES, weduwe van Willem Jacobsz van der Koogh ½
Tussen 1677 en 1684 overleed moeder Neeltgen en zij had of vóór haar overlijden haar testament gewijzigd of haar kleinzoon Staes Dirxsz. was overleden zonder erfgenamen na te laten. In augustus 1684 verschenen voor notaris Van Neten Willem Jacobsz. van der Koogh, eigenaar van en molenaar op volmolen Het Varken, en Theuntgen Hendricxdr. Vernes, echtelieden. Willem was ziekelijk en meestentijds bedlegerig, Theuntgen gezond van lijf en leden en beiden goed bij hun verstand en herinnering. Zij verklaarden een schikking te willen treffen met betrekking tot hunne aardse goederen die zij zullen bezitten bij hun respectievelijke dood. De langstlevende als erfgenaam en elkaar als voogd over minderjarige kinderen, zonder gehouden te zijn enige staat van vermogen of inventaris te leveren aan de edele heren weesmeesteren en de Schout van Dubbeldam. Aldus gedaan en gepasseerd ten huize van de testateurs.
In deze akte noemde Willem Jacobsz. zich voor het eerst van der Koogh (of van der Coogh). Kort hierna overleed Willem Jacobsz. van der Koogh en verkocht zijn weduwe Theuntgen de helft van de volmolen aan haar zoon Jacob Willemsz. van der Koogh. Jacob beloofde zijn moeder of eventuele erfgenamen te betalen de som van ƒ 1.500 contant en een hypotheek te geven van ƒ 1.300 met een rente van 4% ’s-jaars. Aflossing ƒ 200 per jaar. Aldus gedaan op 3 oktober 1684.
28-12-1691 Op 28 december 1691 verhuurde Jacob Willemsz. een helft van de volmolen aan broer Pieter Willemsz. van der Koogh voor ƒ 150 per jaar. Twee dagen later, op 30 december, kwam de hele familie bijeen bij notaris H. J. van der Hoop om over te gaan tot scheiding en verdeling van de boedel van Willem Jacobsz. van der Koogh, overleden echtgenoot van Theuntgen Hendricxdr. Vernes. De verdeling was onder andere als volgt: volmolen Het Varken bleef voor de helft aan Theuntgen en voor de andere helft aan Jacob Willemsz.. De overige familieleden werden betaald met geld, goederen en betaling van schulden door hun broer Jacob. 

JACOB WILLEMSZ van der KOOGH
13-09-1695 Theuntgen verkocht aan haar zoon Jacob haar helft in de volmolen met alle toebehoren voor ƒ 1.400. Verkoopster ontving ƒ 400 contant en de resterende ƒ 1.000 moest als volgt worden voldaan: vanaf de verkoop tot aan het overlijden van de moeder betaalde de koper ƒ 100 rente per jaar over de uitstaande ƒ 1.000. Na haar overlijden moest Jacob ƒ 100 per jaar aflossen en 4% rente betalen over de telkens nog uitstaande hoofdsom. 
1707-1762: WILLEM JACOBSZ van der KOOGH Willem
In 1707 overleed Jacob Willemsz. van der Koogh en erfde Willem Jacobsz. van der Koogh de volmolen. In augustus 1728 verzocht Willem Jacobsz. de burgemeesters van Dordrecht om een plaats, buitendijks, aan de Noordendijk voor het stellen van een nieuwe zaagmolen, tussen De
Fortuin en volmolen Het Varken. Dit ging na gekrakeel met de firma Boonen en van Hoogstraten niet door. Wel kocht Willem op 28 januari 1751 van Jan van Rijsoort een molenerf aan de Noordendijk waarop de zaagmolen Het Fortuin met behuizing en loods gestaan had, voor ƒ 800.
Hij bouwde kort daarna zaagmolen De Nachtegaal, een verbouwde volmolen uit Leiden. Willem Jacobsz. van der Koogh kwam op 6 december 1762 te overlijden. Op 5 januari 1763 verklaarden de meerderjarige kinderen van Willem dat zij de inventaris naar hun beste kennis en wetenschap hebben opgegeven. Dat was gebeurd op verzoek van de executeurs van het testament en als voogden van de minderjarige kinderen, zoals Willem dat testamentair had vastgelegd. Zijn zonen Huybert en Willem kregen volmolen Het Varken, maar moesten samen ƒ 3.000 in de boedel storten. Zijn zoon Nicolaas kreeg de achtkante zaagmolen De Nachtegaal. Hij moest ƒ 7.000 in de boedel storten. Alles werd verder eerlijk en gelijkelijk over de meerderjarige en minderjarige kinderen verdeeld

HUYBERT en WILLEM WILLEMSZ van der KOOGH
Huybert overleed ca. 12 december 1789.

WILLEM WILLEMSZ van der KOOGH

MAARTEN WILLEMSZ van der KOOGH
Later, ongeveer 1806, waren Willem en zijn broer Maarten eigenaren van de volmolen.
Maarten vroeg in 1810 aan het stadsbestuur om een nieuwe volmolen te mogen stichten tussen De Nachtegaal en Het Varken. Na bezwaren ingebracht door de firma Boonen en van Hoogstraten besloot Maarten toestemming te vragen om de volmolen af te breken en op de fundering daarvan een zaagmolen te bouwen.

MAARTEN en WILLEM van der KOOGH als firma W. & M. van der Koogh
Uiteindelijk kreeg de firma W. & M. van der Koogh in 1827 toestemming om een zaagmolen te stichten. Toen werd de volmolen Het Varken gesloopt.