1818: Klaas van Zouw, timmerman, bouwde in 1818 een molen die hij De Zouw noemde.
1818-1831: Klaas Nicolaas van Zouw was molenaar/eigenaar
1827: De molen stond te koop in 1827 maar ging niet over in andere handen.
De molen stond op het grondgebied van de Oud-Dubbeldamsepolder en behoorde toen tot de gemeente Dubbeldam.
09-01-1827: Rotterdamsche courant
Openbare Verkooping
van een hechten, sterken, in den jare 1818 geheel nieuw opgetimmerden achtkanten houten Wind-Koren-Molen en Erve, genaamd DE ZOUW, met al deszelfs Getimmerte enz., zodanig als dezelve thans met het beste succes is werkende, staande en gelegen onder Dubbeldam, aan de Toulouze-Laan, Wijk A no 11, even buiten de stad Dordrecht, belend den tuin van den heer Gerardus Telders aan de eene en dien van den her Weijmans aan de andere zijde.
Aangeslagen in het kohier der Grondlasten over 1826 op f 27,00.
Kunnende door den kooper met 3 mei 1827 worden aanvaard.
De Veiling zal geschieden op Dingsdag den dertigsten Jnuarij 1827, en de Definitive Toewijzing op Saturdag den derden Februarij daaraanvolgende, beiden des middags om twaalf ure, in de herberg genaamd De Dolphijn, bij Johannis Henricus op 't Eijnde, aan de Vischmarkt, te Dordrecht.
Nadere onderrigting is te bekomen ten kantore van den Notaris Mr. Peter Steven Schull, op de Voorstraat, D 371 te Dordrecht. Zegt het voort.
Nb. De percelen 528 (sloot), 529 (woonhuis) en 530 (erf) zijn ook eigendom van Klaas van Zouw.
19-12-1835: Rotterdamsche courant
Door verandering van Affaire presenteert men uit de hand te koop, met het bijzijnde Erf en verder Getimmerte, eenen zeskanten Houten Wind-Korenmolen, genaamd De Zouw, staande onder de gemeente Dubbeldam, in de ToulouseLaan, nabij Dordrecht, op het Kadaster bekend onder no 11, Door de kooper te anvaarden tegen den 1 Mei 1836. Te bevragen bij de Eigenaars de Erven Van Zouw, op voormelden molen.
Dubbeldam den 15 December 1915 Wed. J.S. van Zouw, geb. Kuypers.
1831-1836: Johanna Sophia Kuijpers, weduwe van Klaas van Zouw en kinderen,verhuren de molen aan Jacob Sonneveld voor twee jaar
1836: In 1836 werd de molen De Zouw, met huizing, koepel
en verder getimmerte, tuin, bleekveld en erf en alle vaste en losse gereedschappen gelegen
in de Toulonselaan openbaar verkocht.
1836-1839: Eigenaar was Jan Arnold Velds. Broodbakker Jan Arnold Velds kocht De Zouw voor ƒ 2.150
1838: De molen was op dat moment tot 1 mei 1838 voor ƒ 450 per jaar verhuurd aan korenmolenaar Jacob Sonneveld, met nog een optie voor een jaar.
1839: Op 11 november 1839 brak ’s avonds rond half zeven op de molen een hevige brand uit.
Het huis bij de molen bleef behouden en raakte licht beschadigd. Eigenaar Velds was tegen brand verzekerd, maar zetbaas H. Recourt die de molen met zijn gezin van zeven kinderen bewoonde, was niet alleen zijn middel van bestaan kwijt, maar ook zijn huisraad en wintervoorraad en werd door deze ramp in diepe armoede gedompeld. De restanten van de molen werden gesloopt en op het terrein werden huizen gebouwd.
12-11-1839: Dordrechtse Courant
Gisteren avond omstreeks half 7 ure is in het Kluizenaarspad, even buiten deze stad doch op Dubbeldamschen grond, op de korenmolen de Zouw brand ontstaan, die zoo snel en hevig voortwoedde dat, alvorens krachtdadige hulp kon toegebragt worden, de geheele molen in volle vlam stond. Al spoedig waren uit deze stad verscheiden brandspuiten toegesneld, maar het was vooral aan de aanwezigheid der insgelijks toegesnelde manschappen van de schutterij, afdeeling marechausées en pontonniers, dat men dezelve met vrucht kon doen werken, waarbij zich bijzonder onderscheiden heeft de spuit no 6, die het meeste bijdroeg om den brand te stuiten. De molen is geheel in de asch gelegd.