Molen Driepijpstermolen (1e), Dokkum

Dokkum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Driepijpstermolen (1e)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11820
oude dbnr.
V5546
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11820 Driepijpstermolen (1e) (Dokkum)
uitsnede

locatie

plaats
Dokkum
gemeente
Noardeast-Fryslân, Fryslân
streek
Dongeradeel
geo positie
X: 195460, Y: 593281
N: 53.32444, O: 5.99441

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1753 - 1788 afgebroken
geschiedenis

In 1582 werd de aanleg van de nieuwe vestingwerken rond Dokkum afgerond. Op de eerste kaart met die nieuwe vestingwerken van Nicolaes Geilekerck (en Ubbo Emmius?) uit 1616 staat deze molen voor het eerst ingetekend. Voor 1582 stonden er in Dokkum al een aantal korenmolens die zijn verdwenen rond 1582. Waarschijnlijk zijn ze naar de nieuwe vesting geplaatst. Deze molen staat het dichtst in de buurt van de verdwenen molen dbnr. 14953. Waarschijnlijk is dan ook die molen hier naar toe verplaatst. Bewijs hiervoor ontbreekt vooralsnog.
-----

De Driepijpstermolen was in 1711 in het bezit van Uble Jelles en Minne Lieuwes. Uble overleed in 1722 en zijn weduwe nam zijn plaats in tot hun zoon Haije Ubles in 1742 in staat was om zijn vader op te volgen. Samen met Minne Lieuwes bemaalde hij de molen tot zijn dood in 1747.

De Driepijpstermolen schijnt in het begin van de 18e eeuw niet al te best gefloreerd te hebben, want in de kohieren van de reëelbelasting komt achter de namen van de weduwe van Uble Jelles en haar zoon Haije Ubles, die de molen van 1723 tot 1753 bezaten, de vermelding "arm" voor. Eerst na 1748 schijnt er in die toestand verbetering te zijn gekomen.

Vijf jaar na de dood van Haije Ubles volgde zijn bejaarde compagnon Minne Lieuwes hem in het graf. Hun beider erfgenamen deden in 1756 de molen over aan Gerrijt en Michiel Hendriks en de erven van Geert Minnes.

Onder het "bewind" van Gerrit en Michiel Hendriks is de molen afgebroken en door een nieuwe vervangen. Wellicht is hij bij die gelegenheid veranderd in een stellingmolen. Op de kaart van P. SMedema uit 1788 staat de molen als stellingmolen aangegeven.

In 1773 verscheen als nieuwe deelgerechtigde Machiel Hendriks Damsma op het toneel, die na 1790 als enige eigenaar te boek staat.

Bron: Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars, W.T. Keune, 1970.

aanvullingen

toelichting naam

De molen werd vernoemd naar de brug met de drie pijpen.