Molen Oliemolen van W.O. Gorter, Leeuwarden/ Ljouwert

Leeuwarden/ Ljouwert, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Oliemolen van W.O. Gorter
modeltype
rosmolen
functie
volmolen, oliemolen, katoenfabriek
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11659
oude dbnr.
V11659
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Leeuwarden/ Ljouwert
plaatsaanduiding
Ipe Brouwerssteeg (vh. Ivo Brouwerssteeg)
gemeente
Leeuwarden, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Leeuwarden B (2) 1155 (huis) Dirk Zeper, olyslager
geo positie
X: 181995, Y: 579410
N: 53.20066, O: 5.79118

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1825-1832
geschiedenis
In 1686 wilden de Engelse manufacturiers George Neale en Robert van der Hoge (!) een lakenfabriek oprichten in Leeuwarden. Dat werd hun toegestaan door het stadsbestuur en bij de fabriek hoorde ook een volmolen, ter bereiding van het laken, in een afzonderlijk gebouw. Bij resolutie van 19 augustus 1686 werd ook aan de broers Moyses, Anthony, Julian en Jean Duylfes, gevluchte Franse Hugenoten, toegestaan om gebruik te maken van een deel van de fabriek. De daaruit voortvloeiende twisten maakten, dat de fabriek waarschijnlijk nooit een succes is geweest.

Volgens de Leeuwarder Courant van 24 maart 1835 geeft de aanduiding van deze rosvolmolen aan, dat hij ter plaatse van de latere oliemolen in de Ivo-brouwerssteeg heeft gestaan. Die is dus na het mislukken van de vollerij omgebouwd tot oliemolen en oorspronkelijk in 1686 gebouwd.

Leeuwarder Courant 19 augustus 1825:
"De Notaris J.C. Kutsch, te Leeuwarden, zal op tijd en plaats voormeld, finaal verkoopen:
Eene HUIZINGE, met WAGENHUIS, STALLINGE, BLEEKVELD, PAARDENOLIJMOLEN en GRAANZOLDERS cum annex's, staande en gelegen in de Ivobrouwerssteeg te Leeuwarden, gekwoteerd, nummer 166, bij den Koopman W.O. Gorter als eigenaar in gebruik, bij den finalen palmslag te aanvaarden, als wanneer de losse Gereedschappen op taxatie zullen moeten overgenomen worden. Waarop geboden is f 3501 : 00."

De aanduiding sluit aan op kadastraal sectie B no. 1155, waar in 1832 Dirk Zeper als olieslager eigenaar was.

Volgens de Leeuwarder Courant van 24 januari 1837 was de rosoliemolen inmiddels opnieuw omgebouwd. A.J. Bruinsma wilde een weefschool/katoenfabriek oprichten in Leeuwarden: "Tot dat einde werd in het najaar van 1834 de vroegere paarden-oliemolen in de Ivobrouwerssteeg aangekocht, ingerigt en met een aantal zelf vervaardigde weefstoelen voorzien".
Daarmee kreeg de molen dus weer de oorspronkelijke bestemming voor de textielnijverheid terug! Uit de rest van het artikel lijkt te concluderen dat het meer een soort kalandermolen was, waarin geverfde stoffen werden geplet.

Dick Bunskoeke, 20 nov. 2013, 18 + 24 jan. 2015.

aanvullingen

trivia
In een advertentie uit 1833 kondigden ondermeer G. & T. Gorter aan dat zij bij hun oliemolen voortaan bij de olie geen vaten meer zouden meeleveren, maar dat de eigenaars van het zaad die zelf moesten meebrengen. Net als de andere genoemde oliemolenaars hadden zij ergens in Friesland een oliemolen, waar is ons nog onbekend.
Wellicht waren zij familie van de W.O. Gorter, die in 1825 in Leeuwarden een ros-oliemolen had.

Bron: "Uit de knipseldoos nr. 54", art door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 96, dec. 1999.