Molen Polder van Cool / Koolsche Polder / Polder West-Blommersdijk, ondermolen, Rotterdam

Rotterdam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder van Cool / Koolsche Polder /
Polder West-Blommersdijk, ondermolen
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11562
oude dbnr.
V6137
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Rotterdam
plaatsaanduiding
ten zuidwesten van de Schiekade aan het Molenwater/Coolschevaartje
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam-langs de Schie bij het Hofplein
kadastrale aanduiding 1811-1832
Rotterdam B (2) 236 De polder West Blommersdijk
geo positie
X: 92175, Y: 437673
N: 51.92399, O: 4.47388

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
binnenkruier, later buitenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
of 1506 herbouwd
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Polder van Cool/ Koolsche Polder/ nr 2 van een tweegang
De polder van Cool is in de 14e eeuw ontstaan nadat de Rotterdamse- en de Delfhavense Schie waren gegraven.

In de 15e eeuw werder er twee wipmolens (*) geplaatst voor de bemaling van Schoonderloo, Cool, Breukelsdijk en Westblommersdijk.

De molens sloegen uit via een vrij lange voorboezem op de Rotterdamse Schie.
Vermoedelijk werden deze wipmolens rond 1653 vervangen door achtkante grondzeilers.

Deze twee grondzeilers maalden tweehoog, in 1848 werden zij afgebroken omdat zij plaats moesten maken voor de bouw van het stationsgebouw Rotterdam-Delftsche Poort.

Bron: Verdwenen windmolens in Zuid-Holland
A.J.Marrenga-Stapff

(*)
De twee oudste molens waren geen wipmolens maar veelhoekige binnenkruiers.
Bron: Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.

Opregte Haarlemsche Courant, 26-10-1848
OPENBARE VRIJWILLIGE VERKOOPING.
De Notaris CAZAUX, residerende te Rotterdam, is voornemens om op Woensdag den Bstol8stol November 1848, des namiddags ten 4 ure. in het Huis der Notarissen, aan de Geldersehe Kade, te Rotterdam, in het openbaar < te veilen en onmiddelijk daarna, in ééne zitting, bij af-, slag, filiaal te verkoopen :

N°. 1. (dbnr 6136)Hen OPSTAND van een' kapitalen, achtkanten POLDER-WATER-MOLEN, gediend hebbende voor de thans door Stoomgemaal bemalen wordende Polders van Cool, Schoonderloo en Beukelsdijk, staande aan de Coolsche Kade, nabij het Rotterdamsche Stationsplein van den Hollandschen IJzeren-Spoorweg, aan de Noordzijde van dien Weg, hebbende 28,5 Ned. El vlugt, een IJzeren Boven-As in metalen Bossen en een Scheprad van 5,72 Ned. El middellijn; Binten, Stijlen en verdere betimmeringen zijn alle van zwaar Eikenhout, en, even als het gaande werk, in den besten staat.

N°. 2. (dbnr 6137)Den OPSTAND van een' kapitalen , achtkanten POLDER-WATER-MOLEN, mede gediend hebbende voor de bemaling van gemelde Polders, staande tegenover den voorgaanden, aan de Zuidzijde van den Spoorweg, hebbende 27,6 Ned. El vlugt, een houten Boven- As en een Scheprad van 5,8 Ned. El middellijn; het gaande werk is in goeden staat. Beide Molens zeer geschikt ter verplaatsing .

De voorschreven Percelen zullen van en met den 21e" November 1848 tot op de verkooping, uitgezonderd des Zondags , door de gegadigden kunnen worden bezigtigd, welke zich daartoe zullen kunnen aanmelden aan bet Station van den Hollandschen IJzeren-Spoorweo- te Rotterdam. Nadere informatien zijn te bekomen bij den Heer F. W. CONRAD, Ingenieur-Directeur van gemelden Spoorweg, te 's Gravenhage, alsmede bij den Heer M.C J.PIEPERS, Assistent-Ingenieur, te Rotterdam 'en ten Kantore van de Notarissen BEIJERMAN en CAZAUX, aan het West-Nieuwland aldaar.

aanvullingen

trivia
De molens stonden waar nu het Centraal Station is in Rotterdam.

Toen de molens moesten wijken voor de bouw van dit station, ging het polderbestuur niet zomaar akkoord, zij hadden bezwaren en eisten dat de molens op kosten van de H.IJ.S.M. verhoogd zouden worden tot grote stenen baliemolens. De spoorwegmaatschappij voelde hier niets voor en bood aan een stoomgemaal te bouwen. Daarmee ging het polderbestuur akkoord en zo kwam er een 40 pk stoommachine van de Butterly Iron Company die een scheprad met een diameter van 8,55m aandreef.
In 1847 werd het gemaal in bedrijf genomen, in 1848 werden beide molens gesloopt.

Bron: De Molens van Rotterdam, deel 1