Molen Zeyster molen (1e), Zeist

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1461

verdwenen

voor 1770

opvolger

Zeist (De Leeuw / Zeyster molen (2e))

eigendomshistorie

06-03-1566:  Wouter Adriaensz, molenaar te Zeist, contra Cornelis Adriaensz en zijn huisvrouw.

21-04-1567: Herman Jansz, smid, contra Adriaen Woutersz, molenaar, 

1622 /1633: molenaar Ant(h)oni van Maurick 

1678:  Hendrick Jacobsen te Zeist

1684:  Claes Willemszen van Doorn molenaar  tot zijn overlijden in 1704.

De molen en de bijbehorende gronden behoorden toe tot het huis Blikkenburg. In 1687 wordt het één en ander verkocht door Mechteld, dochter van Johan Adriaan van Renesse van Baer aan Willem Adriaan graaf van Nassau. 

1704: Claes Willemszen is dan overleden, zijn weduwe Neeltje Roelofs van Velpen hertrouwt met Hendrick Janssen van Alphen [zoon van Jan Everts van Alphen, molenaar te Renswoude en eigenaar van de molen te Achttienhoven]. 
Neeltje overleefde hem en hertrouwde voor de derde keer in 1713 te Zeist met Govert van Stockum 
[meestermolenaar en voor de helft eigenaar van korenmolen De Lelie te Utrecht]. 
Door niet betaalde schulden, verliet Govert van Stockum de molen in 1714. 

1714 : Vanaf 1714 Baetien Gijsberts (de weduwe van Jasper Tonissen van Maurik,

1720 :  Gijsbert, de oudste zoon, neemt de huur van de molen over.

1721 :  neemt broer Antoni de molen over  tot zijn overlijden in 1733

1729: Hij koopt in 1729 de molen van zijn oom Lambert Gijsbertse.

1732/1733: Hij is in 1732/1733 pachter van het gemaal over de bakkers en brooddslijters te Zeist. 

Dan volgt broer Bastiaan van Maurik hem op.

1734/1754: Bastiaan van Maurik

1755: Pieter Maurik,verhuurt  voor 12 jaar aan zijn broer Jasper.

1767: In 1763 komt Pieter weer op de molen en gaat zijn broer Jasper naar de molen te De Bilt. 
Per 1 mei 1767 verkoopt Pieter de molen aan een driemanschap die de molen dezelfde dag weer verhuren aan Pieter.

1770: In 1770 koopt het driemanschap een stenen molen, deze molen werd toen nog getaxeerd. Hij moet gesloopt zijn tussen 1769 en begin 1770. 

Informatie van ing. G.B.H. Woudenberg, 5 maart 2007 
Bron: Hist.Kring "Tussen Rijn en Lek, december 20

geschiedenis

In 1461 wordt de molen voor het eerst genoemd.

06-03-1566:  Wouter Adriaensz, molenaar te Zeist, contra Cornelis Adriaensz en zijn huisvrouw.

21-04-1567: Herman Jansz, smid, contra Adriaen Woutersz, molenaar, tot condemnatie van

13 stuivers van arbeidsloon.

1622 / 1633: molenaar Ant(h)oni van Maurick geboren 1689 in Maurik, huwt 1724 en 1732 Zeist

1678: In 1678 wordt Hendrick Jacobsen te Zeist als molenaar vermeld. 

1684: Enkele jaren later, in 1684 blijkt Claes Willemszen van Doorn molenaar op de molen te zijn. Claes Willemszen van Doorn blijft molenaar tot zijn overlijden in 1704.

De molen en de bijbehorende gronden behoorden toe tot het huis Blikkenburg. In 1687 wordt het één en ander verkocht door Mechteld, dochter van Johan Adriaan van Renesse van Baer aan Willem Adriaan graaf van Nassau. 

1704: Claes Willemszen is dan overleden, zijn weduwe Neeltje Roelofs van Velpen hertrouwt met Hendrick Janssen van Alphen [zoon van Jan Everts van Alphen, molenaar te Renswoude en eigenaar van de molen te Achttienhoven].
Neeltje overleefde hem en hertrouwde voor de derde keer in 1713 te Zeist met Govert van Stockum
[meestermolenaar en voor de helft eigenaar van korenmolen De Lelie te Utrecht].
Door niet betaalde schulden, verliet Govert van Stockum de molen in 1714.

1714 : Vanaf 1714 bestiert Baetien Gijsberts (de weduwe van Jasper Tonissen van Maurik, de molen te Zeist, waarschijnlijk met hulp van haar oudste zoons Gijsbert, Anthoni en Gerrit die in 1714 27,25 en 21 jaar oud zijn.  [Jasper Tonissen van Maurik, ged. Maurik 28 maart 1662, verm. molenaar te Zeist, overl. voor 1714]
Eigenaar van de molen is haar broer Lambert Gijsbertsz te Weesp
[zoon van Gijsbert Dirckse, molenaar te Rumpt].

1720 :  In 1720 neemt Gijsbert, de oudste zoon, de huur van de molen over.
1721 : In 1721 neemt broer Antoni de molen over.  [Antoni van Maurik, geb. ca 1689 - overl 1733]
Was molenaar van 1721 tot zijn overlijden in 1733 op de sinds 1714 door zijn moeder gehuurde molen bij de Driebergseweg te Zeist.

1729: Hij koopt in 1729 de molen van zijn oom Lambert Gijsbertse. 
1732/1733: Hij is in 1732/1733 pachter van het gemaal over de bakkers en brooddslijters te Zeist. 

Dan volgt broer Bastiaan van Maurik hem op.
[Bastiaan van Maurik, ged. Doorn 2 mei 1706, molenaar te Zeist 1734/1754, schepen 1749, bakker 1767]
Hij blijft tot 1754, hij verkoopt de molen dan aan zijn neef Pieter van Maurik.
1755: Pieter verhuurt in 1755 de molen voor 12 jaar aan zijn broer Jasper. 
1767: In 1763 komt Pieter weer op de molen en gaat zijn broer Jasper naar de molen te De Bilt. 
Per 1 mei 1767 verkoopt Pieter de molen aan een driemanschap die de molen dezelfde dag weer verhuren aan Pieter.
1770: In 1770 koopt het driemanschap een stenen molen, deze molen werd toen nog getaxeerd. Hij moet gesloopt zijn tussen 1769 en begin 1770. 

Informatie van ing. G.B.H. Woudenberg, 5 maart 2007
Bron: Hist.Kring "Tussen Rijn en Lek, december 2006 40-4, blz 66-68