De molen werd in 1634 gebouwd in opdracht van enige kooplieden uit Leiden.
In 1694 werd de molen eigendom van de stad. De molenaarswoning en later ook de molen zouden tot 1931 gaan dienen als huisvesting voor de opvolgende stadsarchitecten. De eerste die daar woonde, Cornelis Harmensz-Van Bol'es, voerde tevens de directie over de molen.
De molen werd eerst als volmolen gebouwd, in 1694 omgebouwd tot stads-waterkoornmolen en was in gebruik genomen als moutmolen.
Rond 1700 lag de molen vrijwel stil.
23-12-1702: Oprechte Haerlemsche courant
D'erfgenamen van Leendert Notemans en de Weduwe van Pieter van Wassenberg sullen publijck verkopen een welgelege Vol-Molen, gende met de Vloet van 't Water, voorsien met 9 Kommen, staende by de Vlaerdingse-Poort binnen de Stad Schiedam: Die Gading heeft, kome Vrydag, den 12 January, 1703, ten 2 uuren voor de Molen; en, die nader Onderrichting begeert, adressere sig tot Rotterdam in dewitte Wagestraet by Reynier Notemans.
De molen raakte in 1723 al buiten gebruik. Er was toen al zoveel op windenergie gebaseerde maalcapaciteit, dat deze watermolen overbodig was.
Bron: onbekend.
De functie was oorspronkelijk volmolen en later moutmolen.
De waterlopen werden in 1730 gedempt.
Bron: "Schiedam torent uit boven molenverleden".
