Molen Bakmolen, Rotterdam, stadsdeel Delfshaven

Rotterdam, stadsdeel Delfshaven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Bakmolen
modeltype
getijdenmolen
functie
volmolen, runmolen, papiermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Ten Bruggencate-nr.
11201
oude dbnr.
V2741
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Rotterdam, stadsdeel Delfshaven
plaatsaanduiding
v/h Molensloot, later Kreeksloot geheten, aan de Schans
beek
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam en omstreken

constructie

modeltype
getijdenmolen
krachtbron
water
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
maakte gebruik van opkomend water
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

In 1598 werd er toestemming verleend tot het oprichten van een watermolen, een getijdenmolen die door de verschillen van eb en vloed in beweging werd gebracht. De molen mocht worden ingericht als vol-, papier- en ruwmolen en werd gebouwd bij het Westerhoofd.
In een volmolen werd geweven wollen laken o.a. bestemd voor kleding, in houten kommen gedeeltelijk gevuld met vollersaarde, warm water, vetten en urine, door stampers bewerkt. Daarna werd het laken overvloedig met water gespoeld. Deze bewerking diende om het laken dichter en steviger te maken.
In een ruw- of roumolen (rou betekent grof) maalde men mout voor de branderijen, daarom noemde men zo'n molen ook wel een mout- of brandermolen. Het eerder genoemde recht werd verpacht voor een periode van 30 jaar. In 1631 werd het echter ingetrokken als gevolg van moeilijkheden in de waterafvoer, veroorzaakt door de molen. De molen die omstreeks 1635 bekend staat als 'de Bakmolen', is voor zover is na te gaan, altijd als volmolen in gebruik geweest.
Hij stond aan de toenmalige Molensloot, later Kreeksloot geheten, aan de Schans.

Bron: Verdwenen Windmolens in Zuid-Holland, A.J. Marrenga-Stapff, blz. 13/14.

aanvullingen

trivia

Bijna alle getijdemolens werkten bij afgaand water.
Er waren er echter ook die van het opkomend water gebruik maakten en waarbij het water ingelaten werd naar een lagergelegen polder of boezem.