De oude hoeve Maalbeek met de bijbehorende watermolen wordt voor het eerst in een oorkonde van 1418 genoemd. In 1766 werd de boerderij in de huidige vorm herbouwd.
Lange tijd waren inwoners van Kaldenkerken verplicht hun graan op de watermolen van Maalbeek te laten malen (Maaldwang). Pas bij de Franse overheersing (rond 1800) kwam hier een einde aan. De molen werd in 1883 stilgelegd.
In de tweede helft van de 17e eeuw en in de 18e eeuw was het landgoed Maalbeek eigendom van de fam. von der Reidt, later ook genoemd als Van de Riet.
Nadat Malbeck bij Belfeld was gekomen, kwam de molen in Nederlands bezit. Daarna volgden er nog meerdere eigenaren. In 1897 kwam het landgoed in bezit van de fam. Steegh uit Venlo. Hendricus Steegh, een neef van de eigenaars, komende van Bosserhof in Tegelen gaat er wonen. Van zijn 2 dochters trouwde Anna met Godfried Linssen en dat echtpaar ging in Maalbeek wonen. Na de dood van Godfried bleef zijn zoon Piet, getrouwd met Ida Louisa Hoezen, daar wonen tot 1971. Hij opende in de 30-jaren een café.
In 1970 kwam het landgoed in bezit van de fam. Brauer, eigenaar transportbedrijf te Belfeld. In 1974 werd het pand inwendig verbouwd tot een hernieuwd horecabedrijf.