Molen Houb Lay Cannermolen / Molen van Schrammen, Maastricht

Maastricht, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Houb Lay Cannermolen / Molen van Schrammen
modeltype
Watermolen
functie
oliemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Jeker
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11063
oude dbnr.
V13272
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Maastricht
beek
Jeker
gemeente
Maastricht, Limburg
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oud Vroenhoven C (1) 97 ?
geo positie
X: 175797, Y: 316968
N: 50.84218, O: 5.68245

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
In 1304/1305 erkende Godefridus, genaamd Pape, aan Lutgardus, wed. van Arnoldus Canne, als grondvrouwe een erfcijns van een Mark op zijn molen, volnoemd volmolen. In 1552 werd de molen beschreven als de meest noordelijke op de Bisschopskommel, in 1818 als de eerste buiten de Tongerse poort.

Op de kadasterkaart 1811-1832 staan de molens ter plekke niet (meer) aangegeven, toch moeten ze er nog wel geweest zijn.

In 1838 was er flink gesteggel over de afbraak van de molens ten behoeve van de Vesting Maastricht. Het hele complex op de linkeroever werd op ƒ 22.650 getaxeerd. In april 1838 ontvingen de eigenaren de overeengekomen koopsom, op 14 maart 1839 passeerde de akte van de verkoop door gemachtigde Josef Frans Coolen aan het Rijk der Nederlanden, van een graan - en oliemolen met twee koppel stenen voor graan en drie voor olie, en een olie- en pelmolen.

Bronnen:
- "De Molens van Limburg" van P.W.E.A. van Bussel, 1991, p. 126.
- "Maastricht, onbekende molenstad", Bert Lejeune, ca. 1994.
-----

Op de Jeker, dicht bij de zuidwestelijke vestingwal van Maastricht, stonden ooit zes watermolens dicht bij elkaar. Op de noordelijke oever waren dat drie molens, waarvan er begin 19e eeuw nog twee over waren die aan Jan Schrammen behoorden. Die overleed in 1835, waarna zijn weduwe Maurissen het bedrijf voortzette en na haar dood dochter Anna Schrammen. Het complex, ook wel als Bisschopscommel aangeduid, bestond uit een graanmolen met twee koppel stenen en een enkele oliepers en een oliemolen met een dubbele oliepers. Wat de onttakelde molen (nr.100 op het minuutplan) gemalen heeft is onbekend. Elke molen had een eigen waterrad. Het octrooi om hier te malen was al in 1654 aan de familie Schrammen verleend. De weduwe had de molens allebei verpacht, waarvan minstens één aan distillateur Kruijen uit Wolder.
In 1837 besliste generaal Dibbets, in verband met de Belgische Opstand en de belegering van Maastricht, dat alle molens en huizen in het schootsveld van de vesting Maastricht dienden te verdwijnen. Dat was om een vrij schootsveld te krijgen en eventuele schuilplaatsen weg te nemen. Dibbets stelde een commissie aan die een taxatierapport moest produceren. Beide molens van de erven Jan Schrammen werden getaxeerd op totaal ƒ 15.850 en de bijbehorende waterwerken nog eens op ƒ 6.000.
De belegering volgde inderdaad in 1839 en werd opgeheven op 1 juli 1839. Toen stonden er nog steeds vier molens met alle gebouwen.
Theo Bakker, 22 mei 2012.

aanvullingen

trivia
De locatie is slechts een voorzichtige schatting.