Het Huis van Velmans, Poellsmolen, Laaghuismolen en Hoogmolen.
Ziedaar, verschillende benamingen voor een en dezelfde molen aan de Laaghuisweg in Venlo. De goede benaming is Hoogmolen, een watermolen in de voormalige bantuin, die op een enkele uitzondering na een rustige historie kent en op zijn minst van 1560 dateert.
Op een kaart van Venlo, getekend door Jacob van Deventer tussen 1540 en 15751, is de Hoogmolen al schematisch weergegeven. Het is niet uitgesloten dat de molen ouder is, maar er is bij benadering geen bouwjaar te noemen. Over bouwheer, eigenaar en molenaar is niets bekend. Naar men zegt, is nog in de vorige eeuw een groot aantal in particuliere handen verkerende archiefstukken met betrekking tot de Hoogmolen opgestookt.
In 1696 was Gerrit Haenen molenaar op de Hoogmolen. Deze Hoogmolen was vrijwel zeker een onderslagmolen, die gevoed werd door de Hoogmolenbeek. De beek stroomde langs de achtergevel van het molengebouw. Het niveau van de beekbedding en de ligging van het molengebouw sluiten de mogelijkheid van een boven- of zelfs middenslagmolen zo goed als zeker uit. Het gebouw lag slechts iets hoger dan de beekbedding. Het waterrad was tegen de achtergevel gemonteerd en werd in beweging gezet door water, dat aan de onderkant van het rad tegen de schoepen stroomde. Alleen een dergelijke gang van zaken garandeerde een ongehinderd verder verloop van de waterstroom, nadat het water de schoepen voorbij was.'
Na voornoemde Gerrit Haenen is geen molenaar en/of eigenaar bekend tot bijna een eeuw later. In 1794 werden bomen, heggen en struiken rond de stad gerooid; de oude hoeve Tichelarie, de Hoogmolen en de hoeve Berendonk werden in brand gestoken om een vrij zicht te krijgen op de omgeving, waar de vijandelijke Franse troepen in aantocht waren. De Hoogmolen was toen eigendom van de vermogende familie Poell. De familie Poell liet de molen herstellen, mogelijk in 1805. In de achtergevel van het gebouw zat eertijds een steen ingemetseld met daarop bet woord "pegel" en het jaartal 1805. Pegel is de aanduiding van het waterpeil en 1805 zou kunnen duiden op jaartal van herbouw. Vast staat dat de Hoogmolen in 1807 weer in bedrijf was en nog steeds eigendom was van de familie Poell. Zeker is ook dat de molen een rad had en tarwe en rogge maalde. Er was een molenaar werkzaam. De molen heeft niet lang meer dienst gedaan. De beek werd verlegd en dat betekende het einde van de maalactiviteiten.
Het molengebouw kreeg in de loop van de negentiende eeuw een nieuwe functie als hoeve, die van Poell werd gepacht door een zekere Velmans. In de volksmond werd Poellsmolen omgedoopt tot Huis van Velmans. In 1907 kwam het gebouw in het bezit van de familie Van der Wielen, die het uiteindelijk op 17 mei 1988 verkocht aan het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB). Deze transactie vormde de inleiding tot een grootscheepse restauratie van het molengebouw, waarbij het inmiddels rijksmonument geworden gebouw van nok tot kelder werd gerenoveerd. Het NVOB nam de benedenverdieping als kantoor in gebruik, terwijl de bovenste verdiepingen van het monumentale pand weer als woning gingen functioneren. Op 31 mei 1991 was de officiële heropening van de vernieuwde Hoogmolen door drs. EL.A.J. Wolters, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Inmiddels was ook duidelijk geworden, dat de molen voortaan een naam zou dragen: de Hoogmolen. Huis van Velmans en Poellsmolen zijn historisch gezien niet foutief, maar dat is wel het geval met de naam Laaghuismolen. Oude kaarten van Venlo vermelden in de nabijheid van de Hoogmolen het 'Lage Huis', vandaar de naamsverwisseling, zelfs in officiële publicaties.
Uit: Monumenten van Venlo en Blerick (1993)
Informatie van Will Janssen, 1 november 2009
Mijn overgrootouders waren de familie Velmans, die de hoeve pachtten.
Mij is altijd verteld dat ze er een cafe in hadden.
Ik heb er nog 'Thonet' stoelen van.