Molen Noordmolen, Heinkenszand

Heinkenszand, Zeeland
v

korte karakteristiek

naam
Noordmolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10353
oude dbnr.
V5549
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 10353 Noordmolen (Heinkenszand)
Foto: n.n., coll. NSR

locatie

plaats
Heinkenszand
plaatsaanduiding
ongeveer op de plaats van de kruising van het Eigen Erf en de Dorpsstraat
gemeente
Borsele, Zeeland
streek
Zuid-Beveland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Heinkenszand B (1) 183 Cornelis Breeweg, molenaar
geo positie
X: 45432, Y: 388558
N: 51.47541, O: 3.81001

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
open voet
kap
zadeldak
versieringen

Gevelsteen, afkomstig uit het voormalige muldershuis dat stond op de hoek van de Dorpstraat 2/Eigen Erf (vh het Moolweegje).
Vóór 1970 is deze woning afgebroken, de steen is helaas verdwenen.

HET NIEUWE
MOLEN HUYS
ANNO 1774

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Deze standaardmolen stond niet op dezelfde plaats als de huidige molen, de vijf gebroeders, maar enkele honderden meters noordelijker, ongeveer op de plaats van de kruising van het Eigen Erf en het Meulwegje aan de rand van de huidige bedrijventerrein Zwake. Deze molen werd meestal aangeduid als de Noordmolen, hetgeen impliceert dat er ook een Zuidmolen moet zijn geweest. Dit was inderdaad het geval; al in de 15de eeuw stonden er twee molens in Heinkenszand in het bezit van meerdere ambachtsheren. Deze ambachtsheren verpachtten de molens aan een molenaar, die de verpachter merendeels in natura betaalde. De periode dat de molen wegens reparatie of onderhoud niet kon draaien werd gekort.

Per 1 mei 1721 werd de Noordmolen verkocht aan de toenmalige pachter Jan Pieterse Kemp(e). Hij was dus de eerste eigenaar / molenaar.

18-10-1823: Middelburgsche courant

Van heden te koop of te koop of te pachten de WIND-KOORN-MOLEN en het HUIS en ERVE te Heinkenszand; adres bij Minderhout, buiten de Dampoort te Middelburg. brieven franco. 

22-09-1827: Middelburgsche courant

Men zal op Woensdag den 26 September 1827, des namiddags ten drie uren, in het Logement het Huis van Domburg, op de groote Markt binnen de Stad Middelburg, ten overstaan van den Notaris D. J. van der Horst Serlé en getuigen, in het openbaar aan den meestbiedende presenteren te verkoopen, een WIND-KOORN-MOLEN, staande op het Noordeinde van het Dorp Heinkenszand, met annex HOF, Lett. 88. No. 33 , voorzien van twee paar Steenen en verdere Gereedschappen; alsmede een WOONHUIS en ERVE , staande mede op het Noordeinde van gemeld Dorp', Lett. B. No. 29. Deze Molen, Hof en Woonhuis, zal in één Perceel gepresenteerd worden. Nadere inligtingen zijn te bekomen bij den eigenaar C. Minderhout, en ten Kantore van bovengemelden Notaris, alwaar, acht dagen voor de Verkooping, de voorwaarden van verkoop ter lezing liggen. — Voornoemde Molen, Hof en Huis, zijn twee dagen voor de Verkooping voor een ieder te zien. 

17-11-1829: Middelburgsche courant

Qp Dingsdag den eersten December 1829, des avonds ten zes uren, zal Cornelis Breeweg, Molenaar te KRABBENDIJKE , door het ministerie van den Notaris Jan Soetebier, residerende te Goes, in de Herberg de Oude Zoutkeet aldaar, in het openbaar aan den meestbiedende presenteren te verkoopen : een hechte , sterke en welbeklante WINDKOORN-MOLEN, staande en gelegen op het volkrijke Dorp Heinkenszand, in het Eiland Zuidbeveland, met alle de daarbij behoorende Gereedschappen; mitsgaders een zeer sterk en welbetimmerd WOONHUIS en ERVE, op hetzelve Dorp ; zijnde inmiddels uit de hand te koop, en te bevragen bij den Eigenaar te Krabbendijke, mitsgaders bij den Gezworene .7. Witte , te Oudelande.

 

Daarna wisselde de molen diverse malen van eigenaar tot Jan Raas in 1829 de Noordmolen kocht. Jan Raas oefende niet altijd zelf het molenaarsvak uit, maar verpachtte de molen ook regelmatig. De Zuidmolen moet ergens halverwege de 17de eeuw zijn verdwenen. 

21-08-1849: Middelburgsche Courant

Uit 's Heer-Arendskerke 19 dezer wordt gemeld: „ Heden morgen omstreeks half vier ure sloeg (vermoedeiijk door den bliksem) de vlam in den houten wind-korenmolen van het naburige dorp Heinkenszand , toebehoorende aan den molenaar Jan Raas, met dat gevolg dat dezelve binnen weinige oogenblikken totaal door den brand is vernield en er niets is overbleven dan eenige stukken verkoold hout. Alle middelen tot blusschen aangewend, zoo door de spuit der gemeente Heinkenszand als door de privé-spuit van den heer Buteux, waren vruchteloos, om 7 ure lag de geheele molen omver en was men bezig de brandende stukken te blusschen en uit elkander te rukken , met dat gevolg dat men den brand om 8 ure meester was. De molen was tegen brandschade verzekerd bij de maatschappij van Zierikzee. Gelukkig heeft de brand zich enkel tot genoemden molen bepaald , zoo dat geene der aangrenzende gebouwen iets hebben geleden."


19-08-1849: Toen op 19 augustus 1849 de door de bliksem getroffen molen van Jan Raas afbrandde, schreef deze nog diezelfde week een verzoek aan de Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland om de molen te mogen herbouwen. Op 21 september 1849 besliste dit college dat de plaats van de afgebrande molen in strijd was met art. 56 van het Reglement op het beheer en onderhoud der buurtwegen en voetpaden, omdat de molen binnen de verboden afstand van de weg lag. Door de slepende zaak was er in 1849 geen molen meer in Heinkenszand, zodat op 5 februari 1850 smidsbaas Hubrecht Mol een stuk landbouwgrond verkocht aan molenaar J.L. van Vessem uit Wolphaartsdijk met het recht een molen te bouwen in plaats van de afgebrande. Het betrof de huidige molenstomp aan de Vijverstraat. 

Nadat op 19 augustus 1849 de door de bliksem getroffen Noordmolen aan het huidige Meulwegje van Jan Marinusse Raas afbrandde liet deze in 1851 de huidige molen aan de stationsweg bouwen en verpachtte deze aan Joannes Meijer.

Bron: J. de Ruiter - Land van achttien polders ( Uitgeverij De Koperen Tuin )