Molen (watermolen), Coevorden

Coevorden, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
(watermolen)
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Drostendiep
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10238
oude dbnr.
V5043
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Coevorden
plaatsaanduiding
ongeveer ter plaatse van het huidige Stedelijk Museum
beek
Drostendiep
gemeente
Coevorden, Drenthe
streek
Hondsrug
geo positie
X: 246705, Y: 520154
N: 52.66112, O: 6.74270

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

I.v.m. de aanleg van de vestingwerken is deze molen afgebroken samen met de standaardmolen dbnr 5693. De locatie is gebaseerd op de stadskaart van Jacob van Deventer uit 1560, zie bij dbnr. 5693.

-x-

In 1464 sloot Geert Klencke een overeenkomst met de buren van Benneveld, over het gebruik en gedeeltelijke vernieuwing van de watermolen in het Drostendiep. Aan de overeenkomst zal een geschil over het gebruik van de molen vooraf zijn gegaan. Althans de vermelding van een tweetal "dedingesluijden", scheidsrechters, wijst in deze richting. De overeenkomst vermeld allereerst dat de buren van Benneveld waarop de molen stond aan Geert Klencke afstonden, echter onder de voorwaarde dat na het verdwijnen van de watermolen de grond weer naar hun zou terugkeren. Hieruit mogen we afleiden, dat het molenhuis met waterrad op de oostelijke oever, de Benneveldse zijde stond. De hof de Klencke was op de oostelijke oever gelegen. Over het gebruik van de molen, feitelijk het inunderen van de groenlanden sprak men het volgende af: "Hoert meer soe sint vorworde dat Gheert ofte zijne arffg. voerss. die schutten optrecken soelen op den tijnden dach nae Unser Lieve Frouwendach Annunciationie (25 Maart) in der vasten, meer weert saecke, dat die schutten nicht upgetogen en worden, up die voerss. tijdt, so moegen die voerss. buer die schutten uptrecken, sunder wederseggen. Oick sint vorwerde dat Gheert off zijne arfgg. voerss. weder setten moegen toe Sandtgangen (10 october) die schutten"

Met de schutten worden de schuiven of afsluitingen in het bij de molen behorende stuwwerk bedoeld. De watermolen was dus van 10 oktober tot 4 april, nauwelijks de helft van het jaar in bedrijf. De buren stonden Geert Klencke verder toe zand uit hun marke te halen voor het ophogen van de weg naar de molen. Zij bedongen daartegenover dat zij de weg (en brug?) mochten gebruiken. Wel zegden de buren toe, dat zij behulpzaam zouden zijn bij de vernieuwing van het vloedschut: "Hoert meer soe sullen die buer voerss. met Gheerde voerss. ene nije schutte legen an der Wester zijdt van der moelen, vijf hauter voet (a) Wijd. Ende wanneer sie red is, soe sall Gheert voerss. ende zijne arffg. die voerss. schutte toe ewijgen dagen holden buten der buer schade, soo lange als die moelen staen"

a) hauter voet, houtvoet, de maat waarmee het hout gemeten wordt.

De breedte van het te vernieuwen schut (ong 1,50 m) moet wel tot de conclusie leiden, dat het hier om een vloedschut ging, immers de maalschut zal zeker smaller zijn geweest. Tenslotte stonden de buren Geert Klencke toe om met het schut te vissen: "ende wert orber, dat van den schutten mach reuren (a) van der visscherije, dat sal Gheert voerss. ende arfgfg. bruicken sunder argelist (b)

a) reuren, roeren, uitoefenen, bedrijven
b) sunder argelist, te goeder trouw

jnjv. bron stellingnieuws nr 10 1985

aanvullingen

trivia

Het bouwjaar is genomen als het jaar dat er voor het eerst notie word genomen van een watermolen op deze plek (1489), het zou dus kunnen zijn dat de molen (iets) eerder gebouwd is dan het genoemde jaar.

-----

Uit publicaties blijkt dat er in Drenthe een aantal watermolens heeft gestaan. Het juiste aantal is niet bekend. Maar het moeten toch zeker 17 stuks geweest zijn. Deze onduidelijkheid wordt mede veroorzaakt doordat men toen door het gebrek aan soorten molens (watermolens en rosmolens, de windmolens kwamen pas op in de 14e eeuw) alles wat met malen te maken had molen noemde.