Molen (rosmolen), Almelo

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1857

verdwenen

1869

gesloopt

geschiedenis

Bij een openbare verkoop, ten huize van de Weduwe Harwig in het logement De Gouden Leeuw te Almelo, werd Albert van Buuren, Blaauwverver te Wierden, als definitieve kooper, op 25 maart 1852, eigenaar van de wind koorn en pelmolen.

Omstreeks 1857 werd de molen vervangen door een nieuwe achtkanter van steen, met een noordwesten hier tegenaan gebouwde rosmolen.

Op 24 november 1864 werd de molen in openbare verkoop gebracht door notaris Wilhelm Jalink te stad-Almelo, daar Albert van Buuren en wijlen Geertruid Geerling, echtlieden te Zamen wonende te Wierden, niet konden voldoen aan hun hypothecaire verplichtingen. In veiling werd gebracht o.a., als derde perceel:
"Eene achtkante koren wind en pelmolen met de ondergrond daarvan, voorts de ondergrond van de rosmolen, wordende de opstand daarvan niet mede verkocht, wijders etc.etc."
Op 15 december 1865 werd ten huize van de weduw Jan Hendrik Bruijns in de Stad Almelo overgegaan tot weder opveiling en finale toewijzing van het omschreven onroerend goed, o.a. het bovengenoemde derde perceel, waarvan nog werd uitgezonderd "den opstand in den molen, welken opstand met dien van den rosmolen voor primo Mei aanstaande van het geveilde goed zal worden vervoerd."
Gerrit Jan Reuvers, bakker in den Ham, werd eigenaar; deze liet omstreeks dezelfde tijd de rosmolen slopen.

Bron: Jaarboek Twente van 1973, door R. Kampman.
Informatie van Mw. M. Blokhuis, 15 juli 2009.