Molen (kalandermolen), Delft

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1625

circa

verdwenen

na 1759

geschiedenis

1625 Van Hasselt, een Vlaming, huurde er een achterhuis dat hij gebruikte
Hij had daar een door een paard aangedreven kalandermolen en twee grote ijzeren persen, plus zes kleinere verwarmde persen met bijbehorende platen en gereedschappen.

Hij overleed in 1647.
Na zijn dood kwam het huis met kalandermolen in handen van Johan Haringh, die na de buskruitramp van 1654 een claim indiende voor 800 gulden schade.
1671: Pieter Schoonhaven werd de nieuwe eigenaar.
1693: Matthias Snoe(c)k, er was toen ook een friseermolen bij gekomen.
1709: Matthias Snoeck tekende een schuldverklaring
1732: Matthias Snoeck ging failliet
1732: Nicolaas Snoek, (de zoon) nam de zaak over, nog compleet met perserij, kalander- en friseermolen en gereedschappen.
1752: Nicolaas Snoek overleed, maar het was hem beter gegaan dan met zijn vader, zakelijk gezien.
1759: wed. Lucia Snoek-van Es verkocht alles aan Hendrik van Leeuwen
1782: Hendrik van Leeuwen overleed, er was geen kalandermolen meer.

Bron: "Achter de Gevels van Delft".

Amsterdamse Courant, 27 feb. 1759:
"Op Vrydag den 2 Maart, 's Namiddags ten 2 uuren precies, zal men binnen Delft verkopen, een ruim, hegt, sterk en welgelegen Huis en Erve, zynde de van ouds vermaarde Calander-Molen, aan de Noordzyde van den Nieuwen Langendyk; nader onderrigting by J.A.Pryn, Notaris te Delft."