Molen Voorste Molen, Kampen

Kampen, Overijssel
v

korte karakteristiek

naam
Voorste Molen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08877
oude dbnr.
V102
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Kampen
plaatsaanduiding
buiten de Venepoort
gemeente
Kampen, Overijssel
streek
IJsseldelta
geo positie
X: 191509, Y: 507027
N: 52.54965, O: 5.92547

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verwoest
geschiedenis

08-11-1823: Transport van onroerend goed
Molen met huis en where en hofje
Kampen, buiten de Venepoort, nummer 3
Verkoper: Godefridus Debets, meester molenmaker te Zwolle.
Koper: Jan Nijes, molenaar te Kampen.
Comparant verklaart verkocht te hebben aan Jan Nijes de helft van een molen, huis etc. voor een bedrag van ƒ 1000.
Het geld leende hij tegen 4½ procent jaars van Johannes Ridderinkhof, koopman te Zwolle.
Bron: Kampen Notarieel.
-----

20-09-1828: Dordrechtsche Courant 
"Op verscheidene plaatsen hebben dezer laatste dagen zware onweders, vergezeld van hagel en storm, groote verwoestingen aangerigt; aan sommge plaatsen is daarbij ook eene zware hoos waargenomen, zoo als bij Kampen, vanwaar met daaromtrent, onder dagteekening van den 13 dezer, het volgende meldt:
"Gisteren in den namiddag, tusschen vijf en zes ure, trok uit het westen een geweldig onweder over deze stad en hare omstreken, vergezeld van hevigen wind en eene zware hoos; deze met eene vervaarlijke snelheid aanrukkende, trof in haren loop den pel- en oliemolen van den heer T. Ruys, met het woonhuis en verder getimmerte, alsmede den korenmolen, genaamd de Voorste Molen, toebehoorende aan Jan Nijs en Jan Mulder, staande op eenigen afstand van elkander aan den IJsseldijk, even buiten de Veenepoort.
Als met eenen slag werd ... de korenmolen zoo geheel verbrijzeld, dat de plaats, waar dezelve stond, slechts kenbaar is aan de vergruisde voorwerpen, die daar verspreid liggen. ...
Ongelukkig bevonden zich de molenaar Jan Nijs, met zijnen aangehuwden zoon, Hermanus Johannes Debets van den Bos, een jongeling van zeventien jaren, en de molenaar Jan Mulder, met zijnen knecht, Jan Bos, te zamen op dat tijdstip in den molen.
Beide eerstgenoemde werden bijna levenloos weggedragen en stierven kort daarna aan hunne wonden. De beide anderen zijn ook zwaar gewond, en, zoo zij al hun leven behouden mogen, waarschijnlijk voor altoos verminkt.""
Jaap de Vries, 4 maart 2009.

Alkmaarsche Courant, 22 sept. 1828:
"In den namiddag van den 12den dezer woedde alhier, en in onze omstreken, een geweldig onweder, hetwelk vooral in de nabijheid dezer stad, verschrikkelijke kenmerken van verwoesting heeft achtergelaten.
Onder andere, bevonden zich Jan Nijs en Jan Mulder, molenaars, benevens hunne knechts Mannes Johannes Bedets van den Bosch en Jan Bosch, op hunnen korenstandermolen, staande alhier even buiten de Veenepoort. -- Op eens werd deze molen door eene geweldige hoos aangegrepen, en van de hoogte waarop hij stond neergesmeten en verbrijzeld.
Jan Mulder en Jan Bosch werden bij den val des molens deerlijk gewond, terwijl Mannes Johannes Debets van den Bosch en Jan Nijs op de jammerlijkste wijze het leven verloren. Eene hoog zwangere weduwe en zes kinderen, -- waarvan vier nog directelijk alle verzorging behoeven, -- beweenen den dood van laatstgenoemden, als van den braafsten echtgenoot en vader, en twee huisgezinnen bevinden zich door deze ramp in diepe rouwe, en van hun tijdelijk bestaan geheel beroofd.
Waarde Landgenooten! hoe talrijk de offers ook wezen mogen, welke in de laatste jaren van uw weldadig gevoel gevraagd werden, wij vermeenden uwe menschlievendheid evenwel onregt te zullen aandoen, wanneer wij bij vernieuwing niet op haren bijstand durfden rekenen.
Door deze gedachte bemoedigd, en door pligtgevoel gedrongen, vereenigden de ondergeteekenden zich -- met goedkeuring der Stedelijke Regering -- als eene Kommissie, om de giften uwer liefde voor genoemde ongelukkigen te ontvangen.
Onze bedoeling is niet slechts, om in den dadelijken nood der gemelde ongelukkigen te voorzien, maar tevens, om --indien onze middelen zoo ver zullen reiken mogen -- twee brave huisgezinnen aan de Maatschappij te hergeven, door dezelve met uwe hulpe in staat te stellen, dat zij hunne bedrijven kunnen hervatten.
Kampen, den 13den September 1828.
De Kommissie voornoemd,
W. Leendertz.
N.S. Hoek.
J. van Wyk Roelandsz.
P.H. Gallé."