Molen Gasthuispolder, Gasthuijsmolen, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Gasthuispolder, Gasthuijsmolen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08806
oude dbnr.
V8806
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
aan de Fortuinsloot zz.
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Zoeterwoude
streek
Rijnland
geo positie
X: 92693, Y: 462063
N: 52.14324, O: 4.47697

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
Scheprad
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Gasthuispolder 1610 – 1802, Zoeterwoude

Bosch- en Gasthuispolder (en rechtsvoorgangers). Hier worden beide polder beschreven. Wat het erg onduidelijk maakt. Vandaar dat de polders apart worden beschreven. Aan de hand van kaarten kan men plaatsen die hier beschreven staan op zoeken en zien waar de molens hebben gestaan.
De ligging van de polder

De polder lag tussen de Oude vliet, of korte Waddingeren genaamd. De Oude vliet, of korte Waddingeren was een watergang tussen de gemeente Zoeterwoude (Leiden) en Voorschoten, die verbonden was met de Oude Rijn en in 1960 werd vergraven tot het Korte Vlietkanaal Vliet. De Trekvliet liep richting leiden en mond uit in de gracht, Witte Singel. De polder wordt gescheiden van de buurpolder door de Wie- of Wijde sloot, later de Fortuinsloot genoemd.

Molens

De eerste molen van de Gasthuizerpolder stond tegen over de Oostvliet poldermolen, gescheiden door de Vliet. Beide maalde uit in de Trek (de Vliet). Beide molens komen al voor op een polderkaart uit 1615. De eerste molen van de Gasthuispolder moet dan moet zo rond 1610 gebouwd. Het juiste bouw jaar van de molen is niet terug te vinden in het archief. Maar aangezien zo polderkaart maken meer tijd kost dan heden ten dage mag men ervan uitgaan dat bij uitgiften in 1615 de molen er al stond en de polder bemaalde.
Stand plaats van de molen, tussen de waterzuivering Voorschoterweg 16 en de recreatie plek voor de Leidsche jeugd.

Ook de Gasthuizerpolder werd uitgebreid tot over de Waddingervliet. Via een grondduiker onder Waddingervliet werden de landerijen tot aan de Hofweg, dus rondom de boerderij Hooghkamer, door de Gasthuispolder bemalen. Later zou dit gebied tot de Zuid-Hoflandsche polder gaan behoren. Jaartal van de uitbreiding staat niet beschreven. Maar we mogen ervan uitgaan dat het in de zelfde tijd geschiede toen Boschpolder werd vergoot met landerijen in het zelfde gebied, tussen 1666 en 1667.

Op 1 maart 1664 kwamen schout en molenmeesters van de Gasthuispolder met die van de Boschhuizerpolder overeen om de polders door de Stadswatermolen te laten bemalen. Verder bleven de polders zelfstandig.

Op 23 mei 1671 kreeg het bestuur van de Gasthuispolder van Rijnland vergunning om een nieuwe watermolen te bouwen. Molenmeesters en gecommitteerde ingelanden waren namelijk niet tevreden over de bemaling via de Stadsmolen. Zij had nog wel de beschikking over een eigen molen, maar die was sterk vervallen. De nieuwe molen werd gebouwd tegen de wyde sloot, Fortuinsloot aan. En maalde daarin ook uit.

12 februari 1802 was voor de ingelanden van de Gasthuispolder een zwarte dag, omdat de watermolen afbrandde.
Met het bestuur van de Boschhuizerpolder werd overeengekomen dat de molen van die polder ook de Gasthuispolder zou bemalen, zolang er nog geen nieuw maalwerktuig was. Er behoefde dan slechts een grondduiker onder de Fortuinsloot door te worden gelegd.
Op 26 juni 1802 kreeg het polderbestuur van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland vergunning voor de bouw van een nieuwe molen. Tijdens de voorbereidingen voor de bouw van de molen kwamen de ingelanden van beide polders op het idee de molen voor beide polders geschikt te maken. Daartoe werd op 20 september 1802 een contract opgemaakt. De molen kwam in de Boschhuizerpolder te staan tegen de Fotuinsloot. Aan de andere zijde van de sloot waar de afgebrande molen heeft gestaan. Hiermee hield de zelfstandigheid van de polder op.

Informatie: 1.2.5.2 Bosch- en Gasthuispolder (en rechtsvoorgangers) Rijnland archief
Kaarten Rijnland archief
Tekst/onderzoek van Nico Varkevisser, 28 november 2020

aanvullingen

trivia
Op een kaart uit 1615 heet de niet ontgonnen polder, die tegen de Gasthuispolder aanlag en gescheiden was door de wijde sloot, Boshuijser lant. De Kaarten van Rijnland uit 1647, 1687 en 1746, geven geen goed beeld van de naam van de beide polders. Ook de standplaats van de molens in beide polders.
Kaart uit 1647 laat de eerste molen van Boschhuizerpolder zien, maar niet de juiste naam. Op een kaart uit 1687 staan er twee molen in de Boschhuizerpolder maar geen poldermolen in de Gasthuispolder. De laatste kaart van beide polders laat de Gasthuispolder molen zien staande aan de wyde sloot.
En de molen van de Boschhuizerpolder aan de nieuwe sloot, molensloot of de verversing sloot. En de molen langs de Oude Vliet is verdwenen.
Is dit een vergissing van de kaartenmakers uit die tijd? Misschien is raadsel op te lossen door het archief van de polder te bladeren. Dit verhaal komt van Rijnland archief site.

A- Kaart uit 1615, archief Rijnland, Eerste molen van de Gasthuispolder
Eerste molen van de, 1610 t/m 1671 wipmolen

B- Polder wordt bemalen door de stadsmolen, 1 maart 1664 t/m 1671 Achtkant
Kaartenboek 't Hooge Heemraedschap van Rhynland, 1746,
letters verwijzen naar de verdwenen molens van de polder.

E- Tweede molen van de Gasthuispolder, 1671 t/m 1802 wipmolen
Overzichtskaart van 1683 van het kaartenboek van Rijnland, Letters verwijzen
naar molen standplaats van de polder

E- F Molens die de polder gezamenlijk zal bemalen, ronden stenenmolen 1802 - 1954
Kaart waarop is afgeteekent de zogenaamde Weijde sloot, geleegen tusschen de
Gasthuijs en Boshuyspolder, 1775. Links de volmolen, rechts de poldermolen van
de Gasthuispolder